Actuele criminologie H5 + HC5 Flashcards
Wat is het proportionaliteitsprincipe?
Dat de zwaarte van de straffen gerelateerd zouden moeten zijn aan de ernst van het gepleegde delict.
Beccaria ging uit van het economische perspectief van de crimineel; dat de crimineel de kosten tegen de baten af zou wegen. Wat zou er volgens hem moeten gebeuren om minder criminaliteit te krijgen?
Het doel van de strafwetten is het afschrikken van de criminelen. Dit wordt gedaan door de kosten, dus de straffen hoger te maken, zodat het de baten overtreft.
Volgens economische theorieën is het plegen van strafbare feiten vergelijkbaar met ander economisch gedrag. Wat blijkt hieraan een verkeerde aanname te zijn?
Mensen die strafbare feiten plegen denken vaak niet rationeel na. Er zijn niet veel mensen die de kosten tegen de baten afwegen. Veel criminelen denken alleen maar aan het korte termijn. Verder beschikken ze vaak over beperkte informatie.
Marcus Felson heeft de gelegenheidstheorie (routine activities theory) bedacht. Hierbij zijn 3 factoren van belang, welke?
Het niveau van criminaliteit wordt bepaald door:
- de aanwezigheid van potentiële daders
- de aanwezigheid van geschikte doelwitten
- de afwezigheid van voldoende sociale bewaking
Economische theorieën: Klassieke filosofische theorieën gaan ervan uit dat criminaliteit voortkomt uit een individuele (economische) keuze van mensen. Voorbeelden zijn:
- Beccaria’s ideeën over straffen
- Bentham’s ideeën over straffen
Wat waren Beccaria’s ideeën over straffen?
De samenleving is gebaseerd op sociaal contract: individuen geven een deel van de soevereiniteit op in ruil voor bescherming van de staat (Hobbes, Rousseau). Omdat straffen (strafwetten) individuele vrijheden beknotten, moeten ze restrictief en proportioneel worden toegepast
Wat zijn Bentham’s ideeën over straffen?
‘Nature has placed mankind under governace of two ‘sovereign masters’: pain and pleasure’
De hoogte van de straf moet net hoog genoeg zijn om daders ervan te weerhouden een dergelijk delict te plegen. Misdaad staat centraal, niet de dader: de straf moet bij het delict passen, niet bij de dader
Afschrikkingstheorieën gaan ervan uit dat criminaliteit voortkomt uit een individuele economische keuze van personen. Wat is de gedachte hierachter?
De gedachte is dat zwaar (en zeker en snel) straffen personen afschrikt en zal leiden tot minder criminaliteit
Rationele keuze theorieën gaan ervan uit dat criminaliteit voorkomt uit een individuele (economische) keuze van personen. (Gary Becker, Nobelprijs 1992) Welke beslisregels gelden volgens de rationele keuze theorieën en welke elementen worden onderscheiden bij deze theorieën?
Beslisregels:
- Beslissingen worden genomen met een kosten-baten afweging
- Het alternatief met grootste netto opbrengst wordt gekozen
- De theorie veronderstelt: verwachte straf = verwachte pakkans x verwachte strafzwaarte.
Elementen die worden onderscheiden:
- actor -> persoon
- gedragsalternatieven -> wel/niet
- kenmerken alternatieven -> waar
- beslisregels -> kosten/baten
- geen goede informatie
- verschillen tussen personen in zelfcontrole
Hoe ziet de dynamische wisselwerking tussen criminaliteit en beveiliging eruit volgens de rationele keuze theorie?
Welvaart omhoog -> gelegenheid omhoog -> criminaliteitsniveau omhoog -> angst voor criminaliteit omhoog -> zelfbescherming/beveiliging omhoog -> gelegenheid omlaag
Wat is een kritiekpunt op de rationele keuze theorie?
Gaat het echt om rationeel denken? Want wordt er gekeken naar de kosten en baten voor korte of lange termijn? Criminelen denken namelijk vaak alleen aan de korte termijn
Gelegenheidstheorieën gaan ervan uit dat criminaliteit voorkomt uit een individuele economische keuze van personen. Voorbeelden van dergelijke theorieën zijn:
- De gelegenheidstheorie (Cohen & Felson; Cornisch & Clark)
- De theorie van ‘De markt van misdaad en beveiliging’ (Van Dijk)
- De routine activiteiten theorie (RAT) (Cohen & Felson), die nadruk legt op:
aanwezigheid van motivated offenders, aanwezigheid van opportunities en afwezigheid van capable guardians
De markt van misdaad en beveiligheid: Daders slachtoffers en overheid …
- Reageren op elkaars gedrag
- Maken kosten en baten afwegingen
- Passen hun gedrag daaraan aan
Welke beleidsimplicaties kunnen er voor de genoemde economische theorieën worden genoemd?
- Klassieke ideeën: strafrecht
- Afschrikkingstheorieën: (dreigen met) straffen
- Rationele keuze theorieën: Kosten vergroten, baten verkleinen door…
- Gelegenheidstheorie/Routine activiteiten theorie:
Capable guardians: Preventie (bv. cameratoezicht)
Suitable targets: Preventie: fietsen op slot, deuren op slot
Motivated offenders: opsluiten daders, betere sociale omstandigheden
Wat waren de algemene ideeën van Durkheim? (sociologisch)
- Individu functioneert niet in sociaal vacuüm
- Samenleving vormt en beperkt handelen individu
- Krachten in maatschappij of omgeving oorzaak van crimineel gedrag
- Sociale invloed is sterker dan individuele voorkeuren
Anomie- en strain theorieën gaan ervan uit dat gedrag afhankelijk is van spanningen die de cultuur en de organisatie van de samenleving veroorzaken. Voorbeelden zijn o.a.
- De sociale anomie theorie (Durkheim)
- De anomie theorie (Merton)
- De algemene strain theorie (Agnew)
- De theorie van de reactie van lagere klasse/theorie van de delinquente subcultuur (Cohen)
- De subcultuur theorie/Differential opportunity theory (Cloward en Ohlin)
Wat is anomie?
Normloosheid
Wat is het algemene idee van de anomie theorie van Merton?
Er bestaat anomie/strain als er een verschil is tussen de culturele doelen in een samenleving en de middelen die beschikbaar zijn om die doelen te bereiken. Het verschil tussen de doelen en middelen is groter bij bv. snel toenemende werkloosheid. Dit verschil leidt tot verschillende aanpassingsstrategieën, waaronder innovatief gedrag, zoals criminaliteit
Anomie ontstaat als culturele doeleinden gaan botsen met legitieme middelen die het individu ter beschikking staan om die doeleinden te bereiken. Wanneer succesdoelen niet worden bereikt ontstaat er innerlijke spanning (strain). Er zijn 5 aanpassingsvormen over doeleinden en middelen. Welke en wat houdt het in?
- Conformiteit -> wanneer je de doelen accepteert en de middelen hebt om dit te doen.
- Vernieuwing (innovation) -> wanneer je de doelen accepteert, maar de middelen niet hebt om dit te doen. Crimineel verdrag vertonen om de doelen toch te halen.
- Ritualism -> wanneer je de doelen niet accepteert, maar wel de middelen hebt. Ze geven de culturele doeleinden op, streven niet naar rijkdom en succes.
- Retreatism (terugtrekking) -> wanneer je de doelen verwerpt en ook niet de middelen ervoor hebt. Dit zijn de outcasts -> zwervers, alcoholisten, drugsverslaafden
- Rebellion -> Nieuwe doelen en nieuwe middelen. Revolutionaire bewegingen en buitenparlementaire actiegroepen
Wat is het algemene idee van de general strain theory van Agnew?
Anomie/strain leidt tot verschillende aanpassingsstrategieën. Deze theorie is uitbreiding van de anomie theorie, want veronderstelt niet alleen economische strain, maar ook andere vormen, bv. studiedruk bij studenten
Wat is het algemene idee van de subculturele theorieën?
- Verklaring voor crimineel gedrag in groepsverband
- Leden van groepen hebben slechte sociale positie en dus niet de middelen om maatschappelijke doelen te bereiken
- Criminaliteit is een aanpassingsstrategie.
vb. Gangs/jeugdbendes
Waar gaat het in de theorie van delinquente subcultuur van Cohen over?
Succes en welvaart is voor jongeren uit zwakkere milieus onbereikbaar. Zij wijzen de normen en waarden radicaal af en vervangen het door andere waarden die tegengesteld zijn aan het dominante waardensysteem in een groep met gelijkgezinden -> collectieve subcultuur met eigen statuscriteria en nieuwe regels: delinquente subcultuur
Waar gaat de subcultuur theorie/differential opportunity theorie van Cloward en Ohlin over?
Delinquent gedrag als reactie op het gebrek aan mogelijkheden om materiële welvaart te bereiken door arbeid of andere legitieme doelen. Er zijn drie subculturen:
- Criminele subcultuur: Vooral in wijken waar criminaliteit van volwassenen in aanzien van de staat. Het belangrijkste doel van de jongeren: zich profileren, zodat ze ooit deel uit mogen maken van de professionele criminelen. Familiebanden en sociale netwerken erg belangrijk.
- Conflictsubcultuur: Gebruik van geweld. Buurten zonder omvangrijke volwassenencriminaliteit. Door fysieke moed, het nemen van risico’s en het gebruik van geweld status verkrijgen
- Afzonderingscultuur: drugs en alcohol -> zwakker gestructureerd en minder stabiel. Lijkt op retreaters
Sociale desorganisatietheorieën gaan ervan uit dat gedrag afhankelijk is van de mate van samenhang in een samenleving waarin iemand leeft. Voorbeelden zijn o.a.
- De sociale desorganisatie theorie (Shaw & McKay)
- Broken-windows theorie (Wilson & Kelling)
- Informele sociale controle theorie (Elliot e.a)
- Social efficacy theory (Sampson e.a)