Aanvulzinnen 220-292 Flashcards
Aanvulzinnen 220-292
220 Kenny zoekt op internet. Hij zoekt naar…
informatie
221 Kevin eet een salade met paprika. In de salade zit ook…
kaas
222 Kevin heeft huiswerk. Hij moet veel…
lezen
223 Kevin werkt in een restaurant. Hij maakt vandaag…
pizza
224 Kevin zit in de klas. Hij heeft een vraag over…
taal
225 Khalid is visser. Na het werk is hij vaak…
moe
226 Kun je mij een lepel geven? Ik wil…
eten
227 Kun je mij naar het station brengen. Ik moet op tijd…
naar huis
228 Kwasi is chauffeur. Hij rijdt…
in een bus
229 Laila moet elke dag vroeg opstaan. Soms is ze…
laat
230 Laiqa werkt elke dag buiten. Ze houdt van…
fietsen
231 Laura heeft veel collega’s. Ze gaan samen…
uit eten
232 Lea eet graag in een restaurant. Ze vindt dat…
lekker
233 Lea gaat naar haar kleinzoon. Ze geeft hem…
een chocolaatje
234 Lea is in het ziekenhuis. Ze wil…
naar de dokter gaan
235 Lei speelt op straat. Dat is…
leuk
236 Leon is verkouden. Hij moet…
rusten
237 Leon speelt gitaar. Hij doet dat…
voor vrienden
238 Leyla slaapt samen met haar zus in een kamer. Zij vinden dat…
leuk
239 Li en Chen gaan iets drinken. Ze drinken…
fris (tequila haha)
240 Lia wil meer geld voor haar werk. Dan kan ze…
een huis kopen
241 Liam kan niet goed zien. Hij moet…
een bril
242 Lily gaat elke dinsdag sporten. Ze eet daarna altijd…
brood en kaas
243 Lin zoekt werk. Ze gaat naar…
bij een uitzendbueau
244 Ling wil iets eten. Ze eet liever geen…
brood en kaas
245 Linn heeft niet goed geslapen. Ze blijft…
moe
246 Liyen gaat vanavond koken. Ze gaat eerst…
naar de markt
247 Lizzie en haar moeder gaan met het vliegtuig. Lizzie vindt dat…
leuk
248 Louis gaat op de scooter naar zijn werk. Hij doet dat…
elke dag