Aanvulzinnen 220-292 Flashcards

Aanvulzinnen 220-292

1
Q

220 Kenny zoekt op internet. Hij zoekt naar…

A

informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

221 Kevin eet een salade met paprika. In de salade zit ook…

A

kaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

222 Kevin heeft huiswerk. Hij moet veel…

A

lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

223 Kevin werkt in een restaurant. Hij maakt vandaag…

A

pizza

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

224 Kevin zit in de klas. Hij heeft een vraag over…

A

taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

225 Khalid is visser. Na het werk is hij vaak…

A

moe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

226 Kun je mij een lepel geven? Ik wil…

A

eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

227 Kun je mij naar het station brengen. Ik moet op tijd…

A

naar huis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

228 Kwasi is chauffeur. Hij rijdt…

A

in een bus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

229 Laila moet elke dag vroeg opstaan. Soms is ze…

A

laat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

230 Laiqa werkt elke dag buiten. Ze houdt van…

A

fietsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

231 Laura heeft veel collega’s. Ze gaan samen…

A

uit eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

232 Lea eet graag in een restaurant. Ze vindt dat…

A

lekker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

233 Lea gaat naar haar kleinzoon. Ze geeft hem…

A

een chocolaatje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

234 Lea is in het ziekenhuis. Ze wil…

A

naar de dokter gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

235 Lei speelt op straat. Dat is…

A

leuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

236 Leon is verkouden. Hij moet…

A

rusten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

237 Leon speelt gitaar. Hij doet dat…

A

voor vrienden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

238 Leyla slaapt samen met haar zus in een kamer. Zij vinden dat…

A

leuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

239 Li en Chen gaan iets drinken. Ze drinken…

A

fris (tequila haha)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

240 Lia wil meer geld voor haar werk. Dan kan ze…

A

een huis kopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

241 Liam kan niet goed zien. Hij moet…

A

een bril

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

242 Lily gaat elke dinsdag sporten. Ze eet daarna altijd…

A

brood en kaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

243 Lin zoekt werk. Ze gaat naar…

A

bij een uitzendbueau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
244 Ling wil iets eten. Ze eet liever geen...
brood en kaas
26
245 Linn heeft niet goed geslapen. Ze blijft...
moe
27
246 Liyen gaat vanavond koken. Ze gaat eerst...
naar de markt
28
247 Lizzie en haar moeder gaan met het vliegtuig. Lizzie vindt dat...
leuk
29
248 Louis gaat op de scooter naar zijn werk. Hij doet dat...
elke dag
30
249 Louis gebruikt de computer. Hij wil...
spelen en leren
31
250 Lucia heeft haar been gebroken. Nu kan ze niet...
lopen
32
251 Lucia wil nieuw werk. Ze vindt haar oude werk...
niet leuk
33
252 Madee heeft een auto. Ze gaat met de auto naar...
huis
34
253 Mae heeft een nieuwe auto. Ze kan nu...
naar school rijden
35
254 Mag ik jouw brommer lenen? Mijn brommer is...
kapot
36
255 Mai kijkt niet naar het nieuws. Ze vindt het nieuws...
niet leuk
37
256 Maja maakt soep. De soep is...
lekker
38
257 Malik gaat vandaag niet sporten. Hij heeft geen...
tijd
39
258 Malik heeft een nieuwe bank gekocht. De oude bank was...
kapot
40
259 Mandy eet vaak chips als ze een film kijkt. Ze eet soms ook...
chocolade
41
260 Manuel is buschauffeur. Hij rijdt...
vijf keer per week
42
261 Marco heeft zin in koffie. Hij wil ook...
koekjes
43
262 Marco is ziek. Hij belt...
naar de dokter
44
263 Maria heeft griep. Ze moet...
een pil
45
264 Maria kan goed koken. Ze kookt meestal...
stamppot
46
265 Maria leest een boek. Ze vindt het...
leuk
47
266 Maria leest op zondag de krant. Ze leest soms...
een boek
48
267 Mariam praat met de leraar. Mariam praat ook met haar...
zoon
49
268 Martin eet elke ochtend een ei. Zijn vrouw eet meestal...
brood en kaas
50
269 Martin stelt een vraag aan de docent. De vraag gaat over...
Engelse les
51
270 Maryam kookt voor Dina. Maryam maakt...
stamppot
52
271 Masha kan vandaag zitten in de bus. Soms moet ze...
staan
53
272 Max draagt een helm op zijn werk. Dat moet van zijn...
baas
54
273 Maya doet de gordijnen dicht. Ze gaat...
slapen
55
274 Megan gaat vandaag verhuizen. Ze woont straks...
in Amsterdam
56
275 Melissa wacht op het station. Ze wacht op haar...
trein
57
276 Mevrouw Perez heeft geen auto meer. Nu moet ze...
fietsen
58
277 Mia maakt zelf kleren. Vandaag maakt ze een...
jurk
59
278 Mia moet snel naar huis. Ze gaat met de...
auto
60
279 Michael houdt niet van tennis. Hij houdt meer van...
voetbal
61
280 Michelle kijkt vaak films. Ze houdt van films over...
sport
62
281 Michelle maakt huiswerk. Ze vindt het huiswerk...
leuk
63
282 Miguel stopt met werken. Hij is...
op vakantie
64
283 Mijn auto is kapot. Nu moet ik...
fietsen
65
284 Mijn baas fietst elke dag. Ik doe dat...
in het weekend
66
285 Mijn benzine is op. Nu moet ik...
fietsen
67
286 Mijn broer houdt niet van varen. Hij wordt altijd ziek op...
een boat
68
287 Mijn broer zingt veel. Hij is...
een zanger
69
288 Mijn buurman maakt graag muziek. Dat vind ik...
mooi
70
289 Mijn opa gaat elke dag wandelen. Dat is...
leuk
71
290 Mijn opa zit op de bank. Hij kijkt naar...
tv
72
291 Mijn telefoon is kapot. Nu kan ik niet...
bellen
73
292 Mijn trein vertrekt over een half uur. Ik ga nu...
weg