A1-7 Vocabulary Flashcards
1
Q
Het eten
A
Food
2
Q
Het broodje
A
Bread roll
3
Q
De melk
A
Milk
4
Q
Warme chocolademelk
A
Hot chocolate
5
Q
Het uitstapje
A
Trip
6
Q
Het aanplakbiljet
A
Billboard, poster
7
Q
De (kranten) kop
A
Headline
8
Q
Schrijven
A
To write
9
Q
Bezichtigen
A
To visit
10
Q
De rondleiding
A
Sightseeing tour
11
Q
De gids
A
Tour guide
12
Q
De groep
A
Group
13
Q
De volwassene
A
Adult
14
Q
De korting
A
Discount
15
Q
De plattegrond
A
City map
16
Q
Het centrum
A
City center
17
Q
De oude binnenstad
A
Old town