8. multiculturele samenleving Flashcards
wat werd vroeger bedoeld met multicultureel?
verschillen tussen protestanten en katholieken, stedelingen en mensen vh platteland en noordelingen en zuiderlingen
- > veel monoculturaliteit (naar multiculturele samenleving)
- > 17e eeuw: 1/3 vd inwoners v Amsterdam was ‘niet-nederlander’
cultuur als complex begrip = (4)
= betekenisgevende achtergrond (v gedragingen, normen/waarden, gewoonten, tradities, taal-en kunstuitingen, klederdracht etc)
= richtinggevend voor het denken, beleving en gedrag
= vaak impliciet en subtiel (niet makkelijk te situeren)
= vaak bepalend voor onze reflexen, handelingen en manier v reageren op situaties
homogeen (omgeving) =
mensen leefden samen met mensen die sociologische gezien veel kenmerken deelde
monoculturaliteit =
wanneer er binnen een volk, natie of regio sprake is van één duidelijke leidende cultuur
secularisering =
= invloed vd kerk verdwijnt
- mijlpaal is de Franse Revolutie: sterke scheiding tussen kerk en staat (Liberté, egalité, fraternité)
narratieve kennis =
verhalen die betekenis geven
soms in conflict met wetenschappelijke kennis, ‘grote’ verhalen verliezen hierdoor hun geloofwaardigheid
letterlijke betekenis v allochtonen (Van der Werf, 1998)=
= ‘mensen van niet-inheemse afkomst’.
moeilijk aan te geven wie er allemaal tot deze categorie behoren
overheidscriterium allochtoon
als minstens een van de ouders buiten Nederlands is geboren
(dus Willem Alexander ook)
(= dus niet hetzelfde als niet-nederlander!!)
kenmerken definitie allochtoon volgens Van der Werf (3)
- zij zelf of hun ouders kwamen naar ons land (als gastarbeider, een v onze vroegere koloniën, of als (voorlopig) toegelaten vluchteling);
- namen vanuit hun land v herkomst een ander cultuurpatroon mee dan het autochtone Nederlandse patroon;
- zij verkeren veelal in een maatschappelijke achterstandspositie
(kritiek op dit soort omschrijvingen; gegeneraliseerd, zeer uiteenlopende culturen op 1 hoop gooien, nadruk op problemen)
vanaf de jaren ‘60 normafwijkend gedrag = (2)
- meer individuele vrijheid
2. minder mensen die zich aan de regels houden
opkomst v calculerende burger =
= maakt een kosten-bate analyse v wat de gevolgen zijn v allerlei handelingen, ook het niet naleven v regels
= ook in zorg
-> groeiende ongelijkheid: mensen die veel uit eigen zak kunnen betalen, kunnen beter onderhandelen om meer voor hun waar te krijgen
wat veroorzaakt de tragere integratie v allochtonen mede?
= het effect vd aandacht dat alle migranten en nakomelingen voortdurend als problematisch worden aangemerkt en dat versterkt tegenstellingen binnen de samenleving
-> doordat de aandacht in het publieke en politieke debat vooral uitgaat naar mensen die het (nog) niet is gelukt een maatschappelijke stijging door te maken
verschuiving v samenleving naar individu geeft ook veel onduidelijkheid: (3)
- wanneer mag alles wat je wil en wanneer moeten er gedeelde normen nageleefd worden?
- minder sociale controle
- minder bijsturing v wie in de problemen zit
(+ ook veel druk: identiteitsconstructie is vermoeiend)
interventietaboe =
= niet tussenkomen in de keuzes v/e ander
≠ met alles akkoord zijn
in zorg: geen zorg opdringen, ook niet wanneer mensen dit goed kunnen gebruiken (tenzij gedwongen opname in de psychiatrie, onder strenge voorwaarden)
tolerantie =
aanvaarden van dingen waarmee je eigenlijk niet akkoord bent
gedoogcultuur =
= tolereren v dingen die formeel gezien niet toegelaten zijn
- soms vanuit gedoogcultuur naar legalisering: abortus, euthanasie
wat kan de kritiek zijn op een gedoogcultuur?
- overlast
2. gebrek aan sturing
definitie probleem voor het aanduiden v nieuwkomers uit andere culturen, variatie =
- migranten
- etnische minderheden
- buitenlanders
- vreemdelingen
- allochtonen
- mensen met een andere thuistaal
wanneer wordt een allochtoon een autochtoon?
= allochtonen worden vanaf de derde generatie statisch tot de autochtonen gerekend
= reden v daling aandeel niet-westerse allochtonen op termijn
reductionisme =
= 1 naam voor een heel diverse categorie
-> beter superdiversiteit (?)
bv allochtonen
de belangrijkste manieren v tegen andere culturen aankijken= (3)
- cultureel relativisme
- cultureel universalisme
- cultureel pluralisme
wanneer ben je tolerant?
als je een situatie die je afkeurt laat voortbestaan terwijl je in staat bent die te veranderen
cultureel relativisme =
= cultuur is een relatief iets, dat pas kan worden begrepen binnen de eigen context
- uitgangspunt: er zijn geen algemeen aanvaarde waarden en normen
- elke cultuur is uniek en culturen moeten ook niet vanuit de eigen cultuur anderen culturen beoordelen
cultureel universalisme =
= er zijn universele, dus voor iedereen geldende, waarden (bv respect, tolerantie, vrijheid v meningsuiting en godsdienst)
- kritiek: westers idee, westerse waarden, veel samenlevingen gaan niet v deze waarden uit
cultureel pluralisme =
= culturen dragen eraan bij dat mensen een bereidheid hebben om v andere culturen te leren
- culturen verschillen v elkaar, maar beïnvloeden elkaar ook
= menselijke waardigheid is gemeenschappelijke basis, vanuit daar elementen tolereren of verwerpen
(= tegenovergestelde v etnocentrisme)
def geïmmigreerde bevolking =
= personen in het buitenland geboren die officieel in Belgie verblijven
- criterium = geboorteland
- omvat zowel personen v vreemde nationaliteit als personen die belg geworden zijn
def vreemdelingen =
= personen zonder Belgische nationaliteit die officieel in Belgie verblijven (ongeacht of ze in Belgie of in het buitenland geboren zijn)
- criterium = huidige nationaliteit
def personen v vreemde origine =
= personen die niet als Belg geboren zijn en officieel in Belgie verblijven
- criterium = nationaliteit bij de geboort
- kunnen in belgie of in het buitenland geboren zijn
MEM =
migranten en etnische minderheden
verschillende houdingen tegenover cultuur (3)
- tradition-oriented
- inner-directed
- other- directed
tradition-oriented (houding tegenover cultuur) =
= nadruk op vaste tradities, regels en rituelen
= sterke invloed vd cultuur en de sociale groep
inner-directed (houdingen tegenover cultuur) =
= individueel ‘innerlijk kompas’ = ieder bepaalt voor zichzelf hoe hij/zij zich verhoudt tov vreemde culturen
= sterke invloed vanuit de opvoeding
other-directed =
= sterke invloed vd publieke opinie
= flexibel inspelen op veranderingen; aanvoelen van wat ‘in’ is in de groep
ik-georiënteerde culturen =
normafwijkend gedrag gerelateerd aan schuld
ook als niemand de misstap gezien heeft
wij-georiënteerde culturen =
normafwijkend gedrag gerelateerd aan schaamte
belang dat overtreding zichtbaar is
kenmerken v verschillende houdingen tegenover culturen (3)=
- vaak samenhang tussen cultuur en SES
- kan tot onbegrip en vooroordelen leiden
- risico op stigmatisering
(bv ‘‘crimigranten’‘…)
def cultuurdemensie =
manieren om verschillen tussen culturen in kaart te brengen
cultuurdemensies v Hofstede 1991 (5)
- machtsafstand
- collectivisme en individualisme
- masculiniteit en feminiteit
- onzekerheidsvermijding
- lange- of kortetermijngerichtheid
cultuurdimensie machtsafstand =
= machtsafstand tussen verschillende partijen en de mate waarin ondergeschikten deze accepteren
-> in welke mate is er gelijkheid in macht?
cultuurdimensie collectivisme en individualisme =
ik- of wij-cultuur?
-> schuld/schaamtecultuur?
cultuurdimensie masculiniteit en feminiteit =
hebben mannen en vrouwen andere posities en rollen?
cultuurdimensie lange- en kortetermijngerichtheid =
leeft men v dag tot dag of plannt men hele levensloop?
(westerse culturen meer lange termijn)
bv denk aan gezegde antiliaan, hollander en horloge
MEM scoren in rapporten minder goed op vlakken van: (4)
• Infectieziekten
• Subjectieve gezondheid
• Geestelijke gezondheid
• Chronische aandoeningen
CAVE; grote verschillen tussen diverse migranten en
etnische minderheden onderling: Superdiversiteit
wat is het verschil tussen de 20e en 21e eeuw betreft nieuwkomers uit het buitenland?
superdiversiteit (21ste eeuw) ≠ migratie (20ste eeuw)
- > 20e eeuw: migranten uit bepekt aantal landen (Italië, Polen,Spanje, Griekenland, Marokko en Turkije)
- > 21e eeuw: mensen vanuit heel de wereld
oorzaak superdiversiteit =
= andere migratiepatronen en de impact daarvan op onze samenleving
-> kwantitatieve/ kwalitatieve dimensie
kwantitatieve dimensie =
zeer grote toename van etnisch culturele diversiteit
kwalitatieve dimensie =
groeiende diversiteit binnen de diversiteit
majority-minority cities =
meerderheid bestaat uit minderheden
opvattingen v ziekte en gzh zijn cultuurgebonden = (5)
- Geloof in bovennatuurlijke oorzaken van ziekte en
gezondheid - Andere visie op relatie tussen voeding en gezondheid
- Wantrouwen ten aanzien van zorgverleners
- Andere visies ten aanzien van lichaamsmateriaal
- Andere traditie van gezondheidszorg (vb. traditionele
geneeskunde)
culturele verschillende opvattingen in zorgrelatie, voorbeelden (zorgvrager én zorgverlener) (8)
1 Hoe iemand begroeten (bv. een hand geven?)
2 Verschillen in lichaamstaal (bv. oogcontact?)
3 Opvattingen ten aanzien van lichaamscontact
4 Opvattingen over de positie van man en vrouw en de
manier waarop ze met elkaar in contact treden
5 Expressie van gevoelens (open of gesloten houding?)
6 Kleding
7 Hoe informatie mee te delen (bv. direct of met omwegen?)
8 Wie in het gesprek/beslissingen betrekken?
aanpak culturele verschillen in zorgrelatie = (5)
- Kwaliteitscoördinator
- Diversiteitscoach
- Meldpunt diversiteit
- Interculturele bemiddelaars
- Vormingen