7. krachtlijnen vh europees gzh-zorgbeleid Flashcards

1
Q

bestuur =

A

= leidinggevend orgaan dat de verantwoordelijkheid voor de organisatie v/e bepaald domein neemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

beleid =

A

= een plan v aanpak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

belang v/e goed bestuur (3)

A
  1. gzh is nauw gerelateerd met hoe goed een samenleving het over het algemeen doet
  2. gzh (of gebrek eraan) heeft bv economische impact, maar economische verandering hebben ook impact op gzh
  3. als maatschappij vooruit wilt gaan, moet ze werk maken v/e goede/steeds betere gzh
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uitdagingen v gezondheidszorg op bestuursniveau (8)

A
  1. toegankelijke gezondheidszorg
  2. betaalbare gezondheidszorg
  3. solidariteit (duurzame)
  4. kost-effectieve inzet v middelen/ technologieën
  5. goede transparantie
  6. actieve betrokkenheid v patienten/burgers
  7. goede gezondheidsopleidingen
  8. kennisverwerving en verdeling (wet. oz)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

traditionele aanpak gezondheidsbeleid =

A

= top down: beleidsmakers/bestuurders moeten beslissingen nemen die ertoe leiden dat de gezondheid verbetert
moeilijk in praktijk door:
- diffusie v macht (exclusiviteit v invloed)
- bereik v macht (beperkt tot bepaald domein)
- impact v macht (gewenste effect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat maakt een traditionele aanpak v gezondheidsbeleid moeilijk? (3)

A
  1. diffusie v macht (exclusiviteit v invloed)
  2. bereik v macht (beperkt tot bepaald domein)
  3. impact v macht (gewenste effect)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

diffusie v macht =

A

macht en autoriteit zijn niet langer een exclusiviteit vd overheid: burgers, bedrijven en het middenveld zijn ook heel invloedrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bereik v macht =

A

beleidsmakers/bestuurders zijn beperkt tot een bepaald domein, hebben niet altijd impact op andere domeinen di veel invloed hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

impact v macht =

A

wat beleidsmakers/bestuurders beslissen, heeft niet altijd het gewenste effect: de implementatie v beslissingen is een kwetsbaar proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gzh-systeem kent duidelijke limieten in gezondheidswinst =

A

10% meer uitgeven aan gzh-zorg zou ons leven maar met 3-4 maanden verlengen
-> meer gzh-winst als we dit budget investeren in sportfaciliteiten, onderwijs, voedingskwaliteit etc?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

systemische aanpak v gezondheidsbeleid =

A

= alle factoren die een invloed hebben in hun samenhang, als systeem zien
- intesectorele aanpak nodig: samenwerking v verschillende spelers uit verschillende domeinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

intersectorele aanpak =

A

= samenwerking van verschillende spelers uit verschillende domeinen
-> de hele samenleving betrekken
-> alle overheden betrekken
= overheid blijft altijd cruciale rol spelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

HiAP =

A

= Health in All Policies
= cfr intersectorele aanpak
= een aanpak die o.a. door WHO wordt gepromoot om het gezondheidsbeleid over beleidsdomeinen en -niveaus concreet te maken
-> als voorbeeld v systemische aanpak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

krachtlijnen voor een innoverend beleid = (6)

A
  1. doorgedreven samenwerkingen tussen actoren en sectoren
  2. burgers betrekken bij het beleid en bestuur
  3. regelgeving vermengen met overtuigingskracht (persuasion)
  4. aanpak v belangenconflicten door onafhankelijke instellingen
  5. toekomstvisie en aanpassingsvermogen (samenleving verandert snel)
  6. brede oriëntatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

persuasion =

A

= regelgeving vermengen met overtuigingskracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

9 vereisten voor een innoverend beleid volgens Iers model (1999) =

A
  1. vooruitziend (obv statische projecties)
  2. breed perspectief
  3. vernieuwend en creatief: huidige aanpak bevragen
  4. evidence-based
  5. inclusief: alle actoren in het beleid betrekken
  6. samenwerkingsverbanden (buiten eigen structuren kijken)
  7. evaluerend
  8. (zelf)kritisch
  9. leergierig: lessen trekken uit wat wel en niet werkt
17
Q

gezondheidsbeleid Europa =

A

= laat de organisatie vd gezondheidszorg over aan de lidstaten: elk EU-land regelt zelf de gzh-zorg. EU vult nationaal beleid aan met:

  • > gemeenschappelijke doelstellingen
  • > schaalvoordelen door samenvoegen vd middelen
  • > hulp bij aanpak v gemeenschappelijke uitdagingen (epidemieën, vergrijzing, chronisch zieken etc)
18
Q

EU-beleid op gebied v gzh is vertaald in een gezondheidsstrategie, welke zich vooral richt op (5) =

A
  1. preventie
  2. gelijke kansen op gezondheid en zorg voor iedereen
  3. ernstige internationale bedreigingen vd gzh (pandemieën etc)
  4. gezond ouder worden
  5. steun voor dynamische gzh-stelsels en nieuwe technologie
19
Q

wat is een probleem binnen de Europese gezondheid?

A

ongelijkheid tussen Europese burgers

vb: in sommige lidstaten sterven 5x zoveel baby’s voor hub 1e verjaardag dan in andere landen, levensverwachting etc

20
Q

maatregelen betreft gezondheid op Europees niveau = (3)

A
  1. EU-wetten en normen voor producten en diensten (bv gm, medische apparatuur, en e-gezondheid etc)
  2. hulp aan EU-landen om samen te werken (mbt gezondheidsbevordering, ziektebeheer, risicofactoren etc)
  3. subsidies voor gezondheidsprojecten
21
Q

performantie (performance) vh gezondheidszorgsysteem wordt gemeten op basis van (3)

A
  1. toegang
  2. effectiviteit
  3. duurzaamheid
22
Q

gezondheidsstatus belgie tov Europa (5)

A
  1. Belgie geeft meer uit aan gezondheid dan het gemiddelde in de EU
  2. levensverwachting in Belgie is hoger dan het EU-gemiddelde, maar lager dan buurlanden
  3. toegang tot gzh-zorg is algemeen goed, maar er zijn onbeantwoorde behoeften per inkomensgroep
  4. vatbare sterfteverwachting is lager dan in de meeste EU-landen
  5. preventie en eerstelijnszorg versterken
23
Q

middenveld =

A

= talrijke organisaties die zich inzetten voor de verbetering v gezondheid
vb rode kruis, kind&gezin, patientenverenigingen, armoedeverenigingen, jeugdbewegingen, scholen etc

24
Q

Conclusies krachtlijnen voor een goed gzh-beleid (3) =

A
  1. nood aan systematische aanpak, waarin verschillende spelers en sectoren betrokken worden!!
  2. schotten in de zorg moeten weggehaald worden!!
  3. Health in All Policies (HiAP approach)!