8. Middelen gerelateerde en verslavingsstoornissen Flashcards
Stoornissen door middel teweeggebracht
Wijst op een afwijkend gedragspatroon als gevolg van het gebruik van psychoactieve middelen. Er kan sprake zijn van intoxicatie en het onttrekkingssyndroom
Intoxicatie
Een toestand waarin de hersenen zo zijn beïnvloed door het middel dat ze niet meer adequaat kunnen functioneren.
Onttrekkingssyndroom
Door een middel tweeggebrachte stoornis. Er is een groep symptomen die zich voordoen wanneer een afhankelijk persoon na zwaar, langdurig gebruik van een bepaalde stof plotseling stopt met gebruiken (ontwenning).
Stoornissen in het gebruik van middelen of verslavingsstoornissen
Aandoenigen die worden gekenmerkt door inadequaat gebruik van proactieve stoffen (bijvoorbeeld afhankelijkheid van drugs).
Afhankelijkheid
De verminderde controle over het gebruik van een psychoactief middel; vaak gekenmerkt door fysiologische afhankelijkheid.
Fysiologische afhankelijkheid
Een situatie waarin het lichaam van de druggebruiker afhankelijk wordt van een voortdurende toevoer van de stof.
Psychologische afhankelijkheid
Dwangmatig gebruik van een stof om in een psychologische behoefte te voorzien.
Dempende middelen
Zijn stoffen die de activiteit van het centraal zenuwstelsel onderdrukken.
Risicofactoren voor alcoholisme
- Geslacht: mannen hebben meer dan 2 keer zoveel kans op een alcoholverslaving dan vrouwen.
- Leeftijd: De meeste alcoholverslavingen ontstaan tijdens de jongvolwassenheid, meestal voor het 40e levensjaar.
- Familiegeschiedenis: waarschijnlijk is de familiegeschiedenis omtrent alcohol de beste voorspeller voor problematisch drinken
Antisociale persoonlijkheidsstoornis
antisociaal gedrag tijdens de jongvolwassenheid vergroot de kans op alcoholisme. Veel mensen met alcoholisme vertonen echter geen antisociaal gedrag tijdens de de adolescentie.
Sociaal-demografische factoren
Over het algemeen komt alcoholisme meer voor bij mensen met een lager inkomen en minder opleiding en mensen die alleen wonen.
Psychologische effecten van alcohol:
Alcohol lijkt de gevoeligheid van receptoren voor gamma-aminozuren te verhogen. Gevoelens van ontspanning ontstaan zo, het evenwichtsgevoel en coördinatie gaan achteruit.
Barbituraten
Kalmerende middelen die worden gebruikt om angst te verlichten of slaap op te wekken en die zeer verslavend werken. Voorbeelden zijn amobarbital, fenobarbital en secobarbital. Ze hebben een ontspannende werking en brengen een lichte staat van euforie met zich mee.
Opiaten
Geneesmiddelen die worden gebruikt voor pijnbestrijding en behandeling van slapeloosheid, en die sterk verslavend kunnen zijn. Opiaten kunnen natuurlijk zijn zoals morfine, heroïne en codeïde. Opiaten brengen een euforisch gevoel.
Stimulantia
Psychoactieve stoffen die de activiteit van het zenuwstelsel verhogen. De effecten van deze middelen verschillen maar sommige stimulantia veroorzaken gevoelens van euforie en zelfvertrouwen.
Amfetaminen
Synthetische stimulantie. Straatnamen zijn speed, uppers, crystal meth en dexies.
Ecstasy
Synthtische harddrug, verwant aan amfetamine, die een lichte euforie en hallucinaties veroorzaakt. Het middel kan psychologische bijwerkinge hebben waaronder depressie, angst, slapeloosheid, paranoia en psychose.
Cocaïne
is een natuurlijk stimulerend middel wat een tolerantie veroorzaakt en een herkenbaar onttrekkingssyndroom heeft. Dit onttrekkingssyndroom bestaat uit depressieve stemming, slaap- en eetluststoornissen, intense hunkering naar het middel en verlies van vermogen om plezier te ervaren.
Hallucinogene middelen
Het zijn middelen die de zintuigelijke vertekeningen of hallucinaties teweegbrengen. Bewustzijns veranderende middelen kunnen additionele effecten hebben zoals ontspanning en euforie maar ook juist paniek.
Biologische benadering voor behandeling verslaving
Voor mensen met een chemische afhankelijkheid begint een biologische behandeling meestal met detoxificatie, onder medische begeleiding wordt men dan van de verslavende stoffen af geholpen
Intramurale behandeling voor verslaving
Hierbij wordt een persoon met verslaving opgenomen in een ziekenhuis of therapeutische omgeving. De eerste paar dagen gaat over het doorkomen van de onthoudingsverschijnselen. Daarna worden er gesprekken gevoerd over destructieve effecten van alcohol en het bestrijden van vertekende denkbeelden.
Cue exposure training
Een training waar de patiënt alcohol gerelateerde cues koppelt aan het uitblijven van bekrachtiging.
Aversieve conditionering
Een techniek waarbij pijnlijke of onaangename stimuli gekoppeld worden aan de verslaving gerelateerde factoren.
Assertitviteitstraining
Een vorm van sociale training waarbij de patiënt leert onder sociale druk drank af te wijzen.