11. Schizofreniespectrum- stoornissen Flashcards

1
Q

Schizofrenie

A

Een chronische, psychotische stoornis die wordt gekenmerkt door verstoringen van het gedrag, het denken, de emoties en de waarnemingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Symptomen schizofrenie:

A

Wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak, gedesoriënteerd gedrag of catatonie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

prodromale fase

A

In deze fase in er minder interesse in sociale actviteit, heeft de patiënt ongewone gedachten of waarnemingen en is er een minder cognitief functioneren op cognitief gebied. Er treed verminderde zelfverzorging en problemen met voldoen aan verplichtingen op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Acute fase van schizofrenie

A

Deze begint wanneer gedrag echt nog vreemder wordt. Men gaat misschien voedsel verzamelen, tegen zichzelf praten op straat, en hallucinaties en wanen treden op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Restperiode

A

Het gedrag van iemand met schizofrenie keert van de acute fase terug naar de prodomale fase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Negatieve symptomen

A

Hebben betrekking op verlies of verslechtering van normale functies, zoals gebrek aan emoties en uitdrukking van emoties, verlies motivatie en plezier, sociale teruggetrokkenheid en spraakarmoede.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Positieve symptomen

A

Hebben betrokking op een breuk met de werkelijkheid, zoals deze tot uiting komen in hallucinaties en waanideeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Denkstoornissen

A

Dit zijn verstoringen van het denken die worden gekenmerkt door de afbraak van de logische verbanden tussen gedachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Inhoudelijke denkstoornissen

A

Betrekken alle denkstoornissen die zich kenmerken door wanen en gedachten die niet overeenkomen met de realiteit. Wanen kunnen verschillende vormen aannemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Formele denkstoornissen

A

Stoornissen waar men minder organisatie van gedachten ervaart. Spraak kan van de hak op de tak gaan en gedachten zijn incoherent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Mensen met schizofrenie vertonen subtiele neurologische afwijkingen, voornamelijk:

A
  • Sensorische integratie
  • Motorische coördinatie
  • Sequentieren van compleze motorische bewegingen, bijvoorbeeld verstorning in het uitvoeren van de vuist-ring test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Halluciniaties

A

Waarnemingen in afwezigheid van uitwendige prikkels, die met de werkelijkheid worden verward.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vlak effect

A

De afvlakking van emotionele beleving en uiting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Inadequaat effect

A

Een niet passende emotie bij de situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Katatonie

A

Een vorm van een motorische stoornis. Mensen met katatonie nemen soms een bizarre houding aan, maken vreemde gebaren of trekken bizarre gezichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Genetische factoren van schizofrenie

A

Er spelen zeker genetische factoren in de ontwikkeling van schizofrenie.

17
Q

Double - bindcommunicatie

A

Dit gaat over een communicatie patroon dat uit tegenstrijdige of gemengde signalen bestaat zonder dat het inherente conflict wordt getoond. Dit zou kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van schizofrenie.

18
Q

Communicatiedeviantie

A

Een patroon van onduidelijke, vage of verstorende communicatie.

19
Q

Behandeling schizofrenie

A

Een combinatie van medicatie, cognitieve gedragstherapie, sociale vaardigheidstraining en psycho-educatie.

20
Q

Een korte psychotische stoornis

A

Een psychotische stoornis die een dag tot een maand duurt en die vaak volgt op blootstelling aan een belangrijke stressor.

21
Q

Schizofreniforme stoornis

A

Een psychotische stoornis die korter dan 6 maanden duurt, met kenmerken die op schizofrenie lijken.

22
Q

Waanstoornis

A

Een vorm van psychose die wordt gekenmerkt door hardnekkige wanen, vaak van paranoïde aard, die minder bizar zijn dan bij paranoïde schizofrenie.

23
Q

Schizoaffectieve stoornis

A

Een combinatie van symptomen met psychotische kenmerken zoals hallicunaties, wanen en stemmingsstoornissen zoals manieën of ernstige depressie.