7. Stemmingsstoornissen en suïcide Flashcards
Depressieve episode
één of meerdere episoden van depressie zonder geschiedenis van manische of hypomane episoden die niet door een moddel zijn opgewekt
Dysthyme stoornis (chronische depressie)
Een patroon van matige depressie die langere tijd aanhoudt. (chronisch)
Premenstruele stemmingsstoornis
Mensen met een baarmoeder kunnen voorafgaand aan de menstruatie stemmingswisselingen en episodes van somberheid ervaren
Er zijn twee categorieën stemmingsstoornissen:
Depressieve- stemmingsstoornissen en bipolaire- stemmingsstoornissen
Depressieve- stemmingsstoornissen
Bij deze stoornissen is er alleen een neerwaartse emotionele richting.
Bipolaire stemmingsstoornissen
Er is zowel sprake van episodes van depressie als euforie
Bipolaire stoornis
perioden van wisselingen van stemming, energie en activiteitsniveau tussen manie en depressie. Soms zijn er tussenliggende perioden waarin de stemming normaal is.
Cyclothyme stemming
Een chronische stemmingsstoornis met velen hypomane episoden en velen episoden van depressieve stemmingen of verlies van belangstelling of plezier. Maar niet zo ernstig dat het voldoet aan een depressieve episode.
Wanneer kan iemand de diagnose depressie krijgen?
Wanneer er sprake is van episoden van ernstige depressiviteit zonder dat de patient een manie of hypomanie heeft gehad.
4 veelvoorkomende kenmerken van depressie:
- Verandering van emotionele toestand.
- Verandering van motivatie
- Verandering van het functioneren en het motorisch gedrag.
- Cognitieve veranderingen
Seizoensgebonden depressie
Een specifieke stemmingsstoornis waarbij episoden van ernstige depressie met een seizoensgebonden patroon voorkomen.
Postnatale depressie
Hardnekkige en ernstige stemmingsveranderingen die zich na de bevalling voordoen. Vrouwen met een geschiedenis van depressie of angst voor zwangerschap hebben een verhoogde kans op PND. Genetische factoren kunnen ook invloed hebebnn.
Behandelmethoden Postnatale depressie:
Cognitieve gedragstherapie en antisepressiva
Bipolaire stoornis type 1
Kenmerkt zich doordat de patiënt minstens één volledige manische episode heeft.
Bipolaire stoornis type 2
Is van toepassing op mensen die naast tenminste 1 episode van depressie, hypomanische episodes heeft. Dit is minder hevig dan een manische episode.