6. Dissociatieve stoornissen, somatische-symptoom stoornis en verwante stoornissen Flashcards

1
Q

dissociatieve stoornis

A

Een groep psychische stoornissen die zich kenmerkt door veranderingen of verstoringen in de functies van het zelf, die de persoonijkheid tot een geheel maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dissociaties

A

Dat zijn verschijnsels waarbij de normale integratie van perceptie, bewustzijn, geheugen en identiteit verstoord is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dissociatieve identiteitsstoornis (DIS)

A

Een dissociatieve stoornis waarbij iemand twee of meer persoonlijkheden of alters heeft. Dit wordt ook wel gespelten persoonlijkheid genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dissociatieve amnesie

A

Een dissociatieve stoornis waarbij de betrokkene tekenen van geheugenverlies vertoont zonder dat daar een aantoonbare organische oorzaak voor is. Deze vorm van geheugenverles is omkeerbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gelokaliseerde amnesie

A

Herinneringen aan gebeurtenissen uit een specifieke periode zijn verdwenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Selectieve amnesie

A

Alleen de verontrustende dingen in een bepaalde periode kunnen niet opgehaald worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Algehele amnesie

A

Iemand vergeet zijn hele leven. Vaardigheden, gewoonten en voorkeuren blijven bestaan maar identiteit, werk, sociale omgeving en leefomgeving kunnen niet herinnerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voortdurende amnesie

A

Iemand vergeet aanhoudend vanaf een specifiek punt alles wat er gebeurt is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gesystematiseerde amnesie

A

Het geheugenverlies beperkt zich tot een bepaalde categorie van informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dissociatieve fugue

A

Een stoornis waarbij iemand plotseling wegvlucht uit zijn dagelijks leven, naar een andere plek verhuist, een nieuwe identiteit aanneemt en alle persoonlijke herinneringen vergeet. Fugue duurt vaak niet lang maar er zijn gevallen waarin dit maanden of zelfs jaren duurt. Deskundigen vermoeden dat een fugue een gevolg is van een traumatische gebeurtenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Depersonalisatie-/ derealisatiestoornis

A

Een stoornis die zich kenmerkt door aanhoudende of terugkerende episodes van depersonalisatie en/of derealisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Depersonalisatie

A

Een tijdelijk verlies of een tijdelijke verandering van ons normale gevoel van realiteit. Gevoelens van onwerkelijkheid over zichzelf of het eigen lichaam, of daarvan losgekoppeld zijn. Soms is er ook sprake van derealisatie, dit is een gevoel van onwerkelijkheid over de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Behandeling van dissociatieve amnesie en fugue

A

Deze zijn vaak kortdurig en de kans op episodes is het grootst wanneer de betrokkene angst of depressieve klachten ervaart. Daarom wordt hier dan ook op gefocust in behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling van dissociatieve identiteitsstoornis

A

Dit wordt aangepakt door psychoanalytische therapeuten, die met de betrokkene probeert trauma’s uit de kindertijd aan het licht te brengen. Het is mogelijk dat alters wisselen door de dtress of angst van een therapiesessie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Somatisch- symptoomstoornis

A

Een stoornis die zich kenmerkt door klachten over lichamelijke problemen of symptomen die niet door lichamelijke oorzaken verklaard kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ziekte angststoornis

A

Een stoornis waarbij de persoon gepreoccupeerd is met de overtuiging ernstig ziek te zijn en waarbij de persoon niet kan worden gerustgesteld door resultaten van medisch onderzoek.

17
Q

Conversiestoornis

A

Een stoornis die zich kenmerkt door verlies of verstoring van een lichamelijke functie zonder dat er sprake is van een duidelijke lichamelijke oorzaak.

18
Q

Nagebootste stoornis

A

Een stoornis die zich kenmerkt door het opzettelijk fabriceren van psychische of lichamelijke stoornissen, zonder dat duidelijk is welk voordeel de patiënt daarvan heeft. Mensen met deze stoornis doen dus alsof ze een stoornis hebben zonder duidelijke voordelen en soms met heftige nadelen van dien.

19
Q

Behandeling van een somatisch-symptoomstoornis

A

Cognitieve gedragstherapie. Herstructuering kan patiënten helpen om overdreven overtuigingen bij te stellen en de vicieuze cirkel te doorbreken. Daarnaast is er ook een effectief ondersteunende rol van antidepressiva aangetoond.