2. Visies op afwijkend gedrag en behandelmethoden Flashcards
Visies op afwijkend gedrag en behandelmethoden
Egopsychologie
moderne psychodynamische benadering die zich meer richt op het bewuste streven van het ego dan op het onbewuste streven van het ID.
Objectrelatietheorie
Het proces van scheiding van de moeder gedurende de eerste drie levensjaren is cruciaal voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid volgens Margaret Mahler.
ID
Onbewuste psychische structuur die wordt aangestuurd door het lustprincipe.
Ego
Het zelf, vanaf het eerste levensjaar in ontwikkeling en volgens het realiteitsprincipe houdt het ego rekening met wat sociaal geaccepteerd is binnen de wensen van de id.
Superego
Halverwege de kindertijd ontwikkeld de superego zich. Dit is de psychische structuur die normen van anderen internaliseert en die als een moreel geweten werkt.
Hechtingstheorie
een psychodynamische visie waarbij de interactie tussen kind en omgeving bepalend wordt geacht door de wijze waarop een kind zich emotioneel en cognitief vormt.
Sociaalcognitieve leertheorie
Leren door gedrag van anderen te observeren en te intimiteren.
Zelfactualisatie
De drang om alles uit jezelf te halen, de drang die ieder mens drijft om zicht te ontwikkelen.
Sociaal- culturele theoretici
zoeken de oorzaken van afwijkend gedrag eerder in fouten van de maatschappij dan in de persoon.
Het diathese- stressmodel
model dat gaat over het idee dat afwijkend gedrag te maken heeft met de interactie tussen kwetsbaarheid of aanleg voor een specifieke stoornis en stressvolle of ingrijpende levensgebeurtenissen