7.11.2024 (Preposities & voedseletiket)) Flashcards

1
Q

nutrient

A

de voedingsstof

Groenten bevatten veel belangrijke voedingsstoffen.
(Vegetables contain many important nutrients.)

Eiwitten zijn een essentiële voedingsstof voor spiergroei.
(Proteins are an essential nutrient for muscle growth.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

to press or to squeeze

A

persen

Perfectum: heeft geperst
Imperfectum: perste (singular), persten (plural)
Sample Sentences:
Ze persen sinaasappels om vers sap te maken.
(They press oranges to make fresh juice.)

In de fabriek persen ze olie uit de zaden.
(In the factory, they press oil from the seeds.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

food product or foodstuff

A

het voedingsmiddel

Gezonde voedingsmiddelen zijn belangrijk voor een gebalanceerd dieet.
(Healthy food products are important for a balanced diet.)

Supermarkten bieden een breed assortiment aan voedingsmiddelen.
(Supermarkets offer a wide range of food products.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

to avoid

A

vermijden

Perfectum: heeft vermeden
Imperfectum: vermeed (singular), vermeden (plural)

Sample Sentences:
Ze probeert ongezond eten te vermijden.
(She tries to avoid unhealthy food.)

Hij vermeed het drukke verkeer door een andere route te nemen.
(He avoided the busy traffic by taking a different route.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

skin prick test, a medical test often used to identify allergies by pricking the skin and introducing small amounts of allergens to observe reactions.

A

de priktest

De dokter deed een priktest om te zien waarvoor hij allergisch is.
(The doctor performed a skin prick test to see what he is allergic to.)

Een priktest kan helpen bij het identificeren van allergieën voor pollen en voedsel.
(A skin prick test can help identify allergies to pollen and food.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

in principle, basically

A

In principe

In principe is het project afgerond, maar er zijn nog wat kleine aanpassingen nodig.
(In principle, the project is finished, but some small adjustments are still needed.)

In principe kan iedereen deelnemen, maar er zijn enkele voorwaarden.
(In theory, anyone can participate, but there are some conditions.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

to suffer from

A

last hebben van

Hij heeft last van zijn rug na het tillen van zware dozen.
(He has back pain after lifting heavy boxes.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

lung

A

de long

Roken is slecht voor je longen.
(Smoking is bad for your lungs.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

to fight

A

vechten

Perfectum: heeft gevochten
Imperfectum: vocht (singular), vochten (plural)

Sample Sentences:
De kinderen begonnen te vechten over het speelgoed.
(The children started to fight over the toy.)

Hij vocht hard voor zijn rechten.
(He fought hard for his rights.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

breathing problems

A

ademhalingsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ik reageer niet goed … pinda`s.

A

Ik reageer niet goed OP pinda`s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ik heb last … ademhalingsproblemen.

A

Ik heb last VAN ademhalingsproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fight against –> ?
fight with –> ?

A

vechten tegen –> against to someone or sth
vechten met –> teamwork

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

mensen … een intolerantie / allergie

A

mensen MET een intolerantie / allergie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een reactie … / … contact met een stof –> 2 opties

A

een reactie tijdens / bij contact met een stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

milk protein

A

het melkeiwit

Sommige mensen zijn allergisch voor melkeiwit.
(Some people are allergic to milk protein.)

Melkeiwit is een belangrijke bron van voedingsstoffen.
(Milk protein is an important source of nutrients.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wheat

A

de tarwe

Tarwe wordt gebruikt om brood en pasta te maken.
(Wheat is used to make bread and pasta.)

De boer plantte tarwe op zijn veld.
(The farmer planted wheat on his field.)

18
Q

to contain, to include

A

bevatten

Perfectum: heeft bevat
Imperfectum: bevatte (singular), bevatten (plural)

Sample Sentences:
Dit boek bevat veel nuttige informatie.
(This book contains a lot of useful information.)

De maaltijd bevatte verschillende soorten groenten.
(The meal contained various types of vegetables.)

19
Q

tracks, traces, or signs (often used in the context of railways or traces of something)

A

het spoor

kan sporen van soja bevatten
(may contain traces of soy)

De trein rijdt over de sporen naar de volgende stad.
(The train travels over the tracks to the next city.)

Ze volgden de sporen in het zand om te zien waar de dieren naartoe gingen.
(They followed the tracks in the sand to see where the animals went.)

20
Q

may contain traces of milk.

A

kan sporen bevatten van melk

Dit product kan sporen bevatten van melk, dus het is niet geschikt voor mensen met een melkeiwitallergie.
(This product may contain traces of milk, so it is not suitable for people with a milk protein allergy.)

21
Q

keep out of the heat” or “keep away from the heat.”

A

buiten de warmte houden

Je moet de medicijnen buiten de warmte houden om te voorkomen dat ze bederven.
(You should keep the medicine out of the heat to prevent it from spoiling.)

22
Q

outcome, result, or conclusion

A

de uitkomst

De uitkomst van de vergadering was positief.
(The outcome of the meeting was positive.)

De uitkomst van de wiskundige berekening was 42.
(The result of the mathematical calculation was 42.)

23
Q

to import, to enter (data), to introduce

A

invoeren

Perfectum: heeft ingevoerd
Imperfectum: voerde in (singular), voerden in (plural)

Sample Sentences:
De bedrijven voeren producten in uit andere landen.
(The companies import products from other countries.)

Je moet de gegevens handmatig invoeren in het systeem.
(You need to manually enter the data into the system.)

24
Q

saturated fatty acid

A

het verzadigde vetzuur

Verzadigde vetzuren kunnen bijdragen aan hart- en vaatziekten als ze in grote hoeveelheden worden geconsumeerd.
(Saturated fatty acids can contribute to cardiovascular diseases if consumed in large amounts.)

Veel bewerkte voedingsmiddelen bevatten een hoog gehalte aan verzadigde vetzuren.
(Many processed foods contain a high amount of saturated fatty acids.)

25
Q

fiber and protein

A

de vezel
het eiwit

Vezels en eiwitten zijn beide belangrijk voor een gezond dieet.
(Fiber and proteins are both important for a healthy diet.)

Dit ontbijt bevat veel vezels en eiwitten om de dag goed te beginnen.
(This breakfast contains a lot of fiber and proteins to start the day well.)

26
Q

number of calories

A

aantal calorieën

Het aantal calorieën in dit gerecht is vrij hoog.
(The number of calories in this dish is quite high.)

Ze houdt het aantal calorieën dat ze eet elke dag bij.
(She keeps track of the number of calories she eats every day.)

27
Q

sugar content

A

Het suikergehalte

Het suikergehalte in frisdrank is vaak veel te hoog.
(The sugar content in soft drinks is often too high.)

Lees altijd het etiket om het suikergehalte van de producten te controleren.
(Always read the label to check the sugar content of the products.)

28
Q

eventually, in the end, ultimately

A

uiteindelijk

Uiteindelijk besloten ze om naar het buitenland te verhuizen.
(In the end, they decided to move abroad.)

We hebben uiteindelijk de juiste oplossing gevonden.
(Eventually, we found the right solution.)

29
Q

number (a numerical value, often used in mathematics or counting)

A

het getal

Het getal 7 wordt vaak als gelukkig beschouwd.
(The number 7 is often considered lucky.)

Ze vroeg me om een getal tussen 1 en 100 te kiezen.
(She asked me to choose a number between 1 and 100.)

30
Q

specified on the label” or “determined on the label.”

A

op het label bepaald

De ingrediënten zijn op het label bepaald, zodat je weet wat er in het product zit.
(The ingredients are specified on the label, so you know what is in the product.)

31
Q

case, instance, or occurrence (used to refer to a specific situation or event)

A

het geval

In dit geval moeten we de regels volgen.
(In this case, we must follow the rules.)

Het was een vreemd geval, maar gelukkig eindigde het goed.
(It was a strange case, but fortunately, it ended well.)

32
Q

simple, easy

A

eenvoudig

Deze uitleg is eenvoudiger dan de vorige.
(This explanation is simpler than the previous one.)

We moeten het proces eenvoudiger maken om het begrijpelijker te maken.
(We need to make the process simpler to make it more understandable.)

33
Q

to consist of” or “to be made up of

A

bestaan uit

De soep bestaat uit groenten en kip.
(The soup consists of vegetables and chicken.)

Dit team bestaat uit vijf leden.
(This team consists of five members.)

34
Q

thanks to, due to

A

dankzij

Dankzij zijn harde werk is het project op tijd afgerond.
(Thanks to his hard work, the project was completed on time.)

Dankzij het mooie weer konden we buiten picknicken.
(Thanks to the beautiful weather, we were able to have a picnic outside.)

35
Q

wise, sensible, prudent

A

verstandig

Ze gaf een verstandige beslissing om niet naar het feest te gaan.
(She made a wise decision not to go to the party.)

Het was een verstandige keuze om vroeg te vertrekken.
(It was a sensible choice to leave early.)

36
Q

producer

A

de producent

De producenten van dit product hebben veel ervaring in de industrie.
(The producers of this product have a lot of experience in the industry.)

De producenten werken samen om de productie te verhogen.
(The producers are working together to increase production.)

37
Q

carbohydrate

A

de koolhydraat

Dit dieet bevat weinig koolhydraten en veel eiwitten.
(This diet contains little carbohydrates and a lot of proteins.)

Koolhydraten zijn een belangrijke energiebron voor het lichaam.
(Carbohydrates are an important energy source for the body.)

38
Q

buttermilk, the liquid that remains after churning cream into butter, often used in baking or cooking.

A

de karnemelk

Ik drink graag een glas karnemelk bij mijn ontbijt.
(I like to drink a glass of buttermilk with my breakfast.)

Deze pannenkoeken zijn gemaakt met karnemelk voor een luchtiger resultaat.
(These pancakes are made with buttermilk for a lighter result.)

39
Q

whole wheat bread

A

het volkoren brood

Volkoren brood is gezonder dan wit brood omdat het meer vezels bevat.
(Whole wheat bread is healthier than white bread because it contains more fiber.)

Ik koop altijd volkoren brood voor mijn sandwiches.
(I always buy whole wheat bread for my sandwiches.)

40
Q

processed meat

A

het bewerkt vlees

Bewerkt vlees wordt vaak geassocieerd met gezondheidsrisico’s.
(Processed meat is often associated with health risks.)

Ik probeer bewerkt vlees te vermijden in mijn dieet.
(I try to avoid processed meat in my diet.)

41
Q

prevention

A

de preventie

Preventie is de sleutel tot het verminderen van ziektes.
(Prevention is the key to reducing diseases.)

De overheid investeert in preventie om de verspreiding van het virus te stoppen.
(The government is investing in prevention to stop the spread of the virus.)

42
Q
A