10.10.2024 - talenten en capaciteiten Flashcards
litter
het zwerfvuil
Er ligt veel zwerfvuil in het park na het festival.
(There is a lot of litter in the park after the festival.)
Zwerfvuil is een groot probleem in de stad, vooral langs de wegen.
(Litter is a big problem in the city, especially along the roads.)
I do it for free
Ik doe het gratis
interpunctie
.
,
:
!
?
interpunctie
. punt
, komma
: dubbelpunt
! uitroepteken
? vraagteken
just like you
net als jij
keywords
kernwoorden
In dit artikel staan de kernwoorden die belangrijk zijn voor het onderwerp.
(This article contains the keywords that are important for the topic.)
Gebruik kernwoorden om je presentatie duidelijk en overzichtelijk te maken.
(Use keywords to make your presentation clear and organized.)
attentive” or “careful
aandachtig
De leerling luisterde aandachtig naar de uitleg van de docent.
(The student listened attentively to the teacher’s explanation.)
Hij las het contract aandachtig door voordat hij het tekende.
(He read the contract carefully before signing it.)
task” or “duty
de taak
Mijn taak vandaag is het schoonmaken van de keuken.
(My task today is cleaning the kitchen.)
Als manager is het mijn taak om het team te leiden.
(As a manager, it is my duty to lead the team.)
to remove”, or “to perform
uithalen
- To take out or remove:
Hij haalde het boek uit zijn tas.
(He took the book out of his bag.)
Ze haalde de cake uit de oven.
(She took the cake out of the oven.)
- To perform or do (often referring to mischief or a notable action):
Wat heb je nou weer uitgehaald?
(What did you do this time?)
De speler haalde een geweldige actie uit tijdens de wedstrijd.
(The player pulled off a great move during the match.)
a meaningful activity
een zinvolle bezigheid
zin hebben –> actie
zin hebben –> substantief
Heb je zin om mee te gaan? –> actie
Heb je zin in koffie? –>substantief
You are not allowed to throw litter on the street
Je mag geen afval op straat gooien
Ik heb dit jaar op een trein gewacht. –> negatie?
Ik heb dit jaar NIET op een trein gewacht.
GEEN trein olmaz
What do you want to gain from your volunteer work?”
Wat wil jij uit je vrijwilligerswerk halen?
(Wat is je motivatie?)
Talenten en capaciteiten
I am good at
I am strong at
I am good at (I can well)
Ik ben goed in + INFINITIEF/SUBSTANTIEF
Ik ben sterk in + INFINITIEF/SUBSTANTIEF
Ik kan goed + INFINITIEF/SUBSTANTIEF
Ik ben goed in koken
Ik ben sterk in koken
Ik kan goed koken
to take care of –> 2 opties
zorgen voor / verzorgen
Ik moet mijn planten goed verzorgen.
(I need to take good care of my plants.)
Zij verzorgt haar zieke moeder elke dag.
(She cares for her sick mother every day.)
Ik moet zorgen voor mijn kinderen terwijl mijn vrouw werkt.
(I have to take care of my children while my wife works.)
Zij zorgt voor haar zieke buurman door boodschappen voor hem te doen.
(She takes care of her sick neighbor by doing grocery shopping for him.)