26.9.2024 - Directe-Indirecte Vragen Flashcards

1
Q

marital status

A

Burgerlijke staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Single
Married
Divorced
Widowed
Cohabiting

A

Ongehuwd – Single
Gehuwd – Married
Gescheiden – Divorced
Weduwe/weduwnaar – Widowed
Samenwonend – Cohabiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de regel van inversie –> 2 forms

A
  1. een vraag
  2. start niet met subject
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hurricane

A

de orkaan

De orkaan veroorzaakte veel schade aan de kust.
(The hurricane caused a lot of damage to the coast.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

to sweep clean –> It refers to the act of cleaning a surface by sweeping it with a broom.

A

Schoon vegen

Kun je de vloer even schoon vegen voordat de gasten komen?
(Can you sweep the floor clean before the guests arrive?)

Zij vegen de straat schoon na een orkaan.
(They sweep the streets after a hurricane.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

paid work X unpaid work

A

Betaald werk X Onbetaald werk

Vrijwilligers doen vaak veel onbetaald werk voor goede doelen.
(Volunteers often do a lot of unpaid work for charities.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

security
call security!

A

De bewaking
Bel bewaking!

De bewaking bij het evenement was zeer streng.
(The security at the event was very strict.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

the kitchen princess who is very skilled in the kitchen, particularly in cooking or baking. It suggests someone who enjoys preparing meals and does it well.

A

de keukenprinses

Mijn moeder is echt een keukenprinses; haar gerechten zijn altijd heerlijk!
(My mother is truly a kitchen princess; her dishes are always delicious!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

reception

A

het onthaal = de receptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

to prepare

A

bereiden

Ik ga het avondeten bereiden.
(I am going to prepare dinner.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Do not hesitate!

A

Aarzel niet!

Aarzel niet ons te contacteren voor meer info
(Do not hesitate to contact us for more information)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

to carry out or to execute

A

Uitvoeren

We moeten het plan deze week uitvoeren.
(We need to carry out the plan this week.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

a cup of coffee
Belgische and Nederlandse manier?

A

De Belgische manier –> een tas koffie
De Nederlandse manier –> een kop koffie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

household work or domestic work

A

het huishoudelijk werk

Ze huurt iemand in om haar te helpen met het huishoudelijk werk.
(She hires someone to help her with the household work.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

crutch(es) (koltuk degnegi)

A

de kruk(ken)

Na zijn beenbreuk moest hij krukken gebruiken om te lopen.
(After his leg fracture, he had to use crutches to walk.)

De dokter gaf me krukken om te helpen tijdens mijn herstel.
(The doctor gave me crutches to help during my recovery.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

during

A

gedurende

Gedurende de zomer was het erg warm.
(During the summer, it was very hot.)

17
Q

the coming half year or the next six months

A

Het komende halfjaar

In het komende halfjaar willen we onze verkoopdoelen verhogen.
(In the coming half year, we want to increase our sales targets.)

18
Q

at least

A

minstens

Je moet minstens drie keer per week sporten om fit te blijven.
(You should exercise at least three times a week to stay fit.)

19
Q

We are looking for someone who can come and cook independently at least one Monday per month for the next six months.

A

We zoeken iemand die gedurend het komende halfjaar minstens een maandag per maand zelfstandig kan komen koken.

20
Q

I choose cooking volunteer position because I like to cook

A

Ik kies kookvrijwilliger positie omdat ik graag kook

21
Q

meanwhile, in the meantime

A

intussen

Ik moet nog even werken. Intussen kun jij de boodschappen doen.
(I still need to work for a while. Meanwhile, you can do the grocery shopping.)

De trein had vertraging, dus we hebben intussen een kopje koffie gedronken.
(The train was delayed, so we had a cup of coffee in the meantime.)

22
Q

Wie ben ik ? –> indirecte vraag? (weten)

A

Weet je nog wie ik ben?

23
Q

Ken jij misschien kandidaten? –> indirecte zin? (afvragen)

A

Ik vraag me af of jij misschien kandidaten kent

24
Q

connection words

A

connectie woordje

25
Q

De les start om 9u. –> indirect? (Ida zegt ..)

A

Ida zegt dat de les om 9u start.

26
Q

to suspect, suspicion

A

vermoeden

As a verb:
Ik vermoed dat ze te laat zal komen.
(I suspect that she will be late.)

As a noun:
Ik heb het vermoeden dat hij liegt.
(I have the suspicion that he is lying.)