7. Persoonlijkheidsstoornissen Flashcards

1
Q

Hoeveel mensen hebben op een bepaald moment een of meerdere persoonlijkheidsstoornissen?

A

9,1%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dimensionale kijk

A

Rekening houden met het feit dat mensen kunnen verschillen in de mate waarin ze last hebben van afwijkende persoonlijkheidskenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Comorbiditeit

A

Als mensen een ‘mix’ van persoonlijkheidsstoornissen hebben

Gevolg van veel overlappende kenmerken van de verschillende persoonlijkheidsstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Normaal

A

Voldoen aan de norm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

DMS-5

A

Diagnostical and Statistical Manual of Mental Disorders (versie 5)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cluster A

A
  • Excentrieke cluster

- Vreemd, eigenaardig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke persoonlijkheidsstoornissen horen bij Cluster A?

A
  • Paranoide
  • Schizoide
  • Schizotypisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cluster B

A
  • Dramatische cultuur

- Impulsief, dramatisch, emotioneel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke persoonlijkheidsstoornissen horen bij Cluster B?

A
  • Borderline
  • Antisociaal
  • Narcistisch
  • Histrionisch/Theatraal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cluster C

A
  • Angstige cluster

- Angstig, zorgelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke persoonlijkheidsstoornissen horen bij Cluster C?

A
  • Afhankelijk
  • Vermijdend
  • Dwangmatig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Paranoide persoonlijkheidsstoornis

A
  • Wantrouwend
  • Achterdochtig
  • Negatieve ervaring slecht kunnen loslaten
  • Vaker scheiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Schizoide persoonlijkheidsstoornis

A
  • Afstandelijkheid in sociale relaties

- Beperkt spectrum emoties binnen contact met anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

A
  • Verstoord gedrag in contact met anderen
  • Excentriek
  • Gedragen zich raar (uiterlijk + spraak)
  • Achterdochtig
  • Irrationele gedachtegang
  • Kans op zwerven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Borderline persoonlijkheidsstoornis

A
  • Instabiele relaties
  • Impulsief
  • Veel stemmingswisselingen
  • Onvoorspelbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Antisociale persoonlijkheidsstoornis

A
  • Sociopathie/psychopathie
  • Gebrek aan respect voor anderen
  • Liegen, bedriegen, manipuleren
  • Kans relatief groot aanraking met justitie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Narcistische persoonlijkheidsstoornis

A
  • Gevoel van grandiositeit over zichzelf
  • Opschepperig, arrogant
  • Weinig empathie
  • Kunnen slecht tegen kritiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Histronische persoonlijkheidsstoornis

A
  • Veel emoties
  • Aandachttrekkend gedrag
  • Ongepaste mate seksueel getint
19
Q

Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis

A
  • Sterke/buitensporige behoefte om verzorgd te worden
  • Geen eigen mening
  • Groot risico op mishandeling en misbruik
20
Q

Vermijdende persoonlijkheidsstoornis

A
  • Sociaal geremd in contact met anderen

- Onzeker, bang

21
Q

Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis

A

Obsessie met ordelijkheid, perfectie en beheersing

22
Q

Welke connectie is er tussen persoonlijkheidsstoornissen en de Big Five?

A

Mensen met een persoonlijkheidsstoornis zijn gemiddeld veel neurotischer, introverter, minder aardig, minder zorgvuldig

23
Q

Welke persoonlijkheidsstoornissen komen vaker voor bij mannen?

A
  • Dwangmatig
  • Schizotypisch
  • Narcistisch
  • Antisociaal
24
Q

Welke persoonlijkheidsstoornissen komen vaker voor bij vrouwen?

A
  • Borderline

- Afhankelijk

25
Q

Diathese-model

A

Een persoonlijkheidsstoornis is het product van het samenspel tussen aangeboren kwetsbaarheid en de omgeving waar de persoon opgroeit

26
Q

SSKK-model

A

Steun-Stress/Kracht-Kwetsbaarheid
SS: omgeving
KK: aspecten patroon

27
Q

Hoe hoog is de uitval van therapie bij mensen met een persoonlijkheidsstoornis?

A

37% stopt vroegtijdig

28
Q

Behandelingen persoonlijkheidsstoornissen

A
  • Inzichtgevend
  • Gedragsgericht
  • Medicinaal
29
Q

Inzichtgevende behandeling

A

o Innerlijke wereld
o Waarop iemand denkt en voelt
o Psychodynamisch/Rogeriaanse therapie
o Veel sessies, duren lang

30
Q

Gedragsgerichte behandeling

A

o Kortdurend
o Assertiviteitstraining
o Gedragstherapie
o Cognitieve gedragstherapie: hier en nu

31
Q

Medicinale behandeling

A

Antipsychotica, antidepressiva

32
Q

Wat zijn valkuilen van een behandeling voor persoonlijkheidsstoornissen?

A
  • Tegenoverdracht hulpverlener
  • Goedgelovigheid en cynisme (leugens)
  • Emotionele intensiteit client
33
Q

Tegenoverdracht

A

(Negatieve) gevoelens van de hulpverlener richting de client

34
Q

Emotionele intensiteit

A

Sterke (positieve) gevoelens van de client richting de hulpverlener (vaak te zien bij Borderline)

35
Q

Hoe ga je om met mensen die een Paranoide persoonlijkheidsstoornis hebben?

A

o Respecteer emotionele afstand
o Terughoudend met kritiek
o Zorgvuldige en feitelijke informatie

36
Q

Hoe ga je om met mensen die een Schizoide persoonlijkheidsstoornis hebben?

A

o Blijf vriendelijk
o Vermijd onnodige conflicten
o Positiviteit

37
Q

Hoe ga je om met mensen die een Schizotypische persoonlijkheidsstoornis hebben?

A

o Begrip voor levensomstandigheden

o Laat eigen denkbeelden toetsen aan realiteit

38
Q

Hoe ga je om met mensen die een Antiosociale persoonlijkheidsstoornis hebben?

A

o Pas op voor rol kritische autoriteitsfiguur
o Ontspannen, niet-defensieve, zelfverzekerde houding
o Humor
o Grenzen aangeven

39
Q

Hoe ga je om met mensen die een Borderline persoonlijkheidsstoornis hebben?

A

o Vriendelijke, geduldige, consistente opstelling

o Betrouwbaar opstellen

40
Q

Hoe ga je om met mensen die een Theatrale persoonlijkheidsstoornis hebben?

A

o Luister geduldig
o Focus op belangrijkste probleem
o Laat je niet verleiden om mee te gaan

41
Q

Hoe ga je om met mensen die een Narcistische persoonlijkheidsstoornis hebben?

A

o Ga niet in discussie

o Respectvol en hoffelijk

42
Q

Hoe ga je om met mensen die een Vermijdende persoonlijkheidsstoornis hebben?

A

o Vriendelijk en zelfverzekerd
o Open vragen
o Stimuleer de ander om te vertellen

43
Q

Hoe ga je om met mensen die een Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis hebben?

A

Stimuleer initiatief

44
Q

Hoe ga je om met mensen die een Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis hebben?

A

o Zakelijk, probleemgerichte houding

o Terughoudend met adviezen