3. Moderne kijk op persoonlijkheid Flashcards

1
Q

Persoonspraat

A

Karakterpraat: uitspraken over wie wat doet met wie en waarom en of dat goed of slecht is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De lexicale hypothese

A

Hoe vaker men de eigenschap in het gedrag van mensen aantreft, hoe groter de kans dat die eigenschap een naam krijgt en een communicatief gebruiksartikel wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Psycho-lexicaal onderzoek

A

Gaat na welke woorden en uitdrukkingen uit zelfbeschrijvingen en de persoonspraat voortkomen en in de taal terechtkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Taxonomie

A

Begrijpelijke ordening van woorden in de vorm van een lijst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de taxonomie/vragenlijst van Cattell

A

16 Personality Factors (16PF)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het model van Goldberg (1981)

A

Big-Five Model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat het Big-Five Model?

A
Extraversie
Vriendelijkheid
Zorgvuldigheid
Emotionele Stabiliteit
Intellect (Openstaan voor Ervaringen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Extraversie

A

o Spraakzaam vs zwijgzaam
o Sociaal vs teruggetrokken
o Avontuurlijk vs niet avontuurlijk
o Open vs geheimzinnig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vriendelijkheid

A

o Goedaardig vs prikkelbaar
o Coöperatief vs negatief
o Mild vs koppig
o Niet jaloers vs jaloers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zorgvuldigheid

A

o Verantwoordelijk vs onbetrouwbaar
o Gewetensvol vs gewetenloos
o Volhardend vs geeft gauw op
o Netjes vs onverschillig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Emotionele Stabiliteit

A

o Kalm vs angstig
o Beheerst vs onbeheerst
o Niet hypochondrisch vs hypochondrisch
o Evenwichtig vs nerveus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Intellect

A

o Intellectueel vs onnadenkend
o Artistiek vs niet artistiek
o Fantasierijk vs eenvoudig
o Verfijnd vs lomp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het Eysenck’s PEN-model?

A

Psychoticisme
Extraversie
Neuroticisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Psychoticisme (volgens PEN)

A
  • Heeft te maken met verlies van realiteitszin en agressiviteit
  • Verhoogd testosteronniveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Extraversie (volgens PEN)

A
  • Corticale arousal (activatie van het zenuwstelsel)
  • Meten door huidgeleiding, hersengolven, zweet
  • Het zenuwstelsel van introverten is chronisch overprikkeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Neuroticisme

A
  • Activeringsdrempel van het sympathische zenuwstelsel of het limbisch systeem (fight or flight)
  • Lage activeringsdrempel: snel negatieve emoties
17
Q

Wat was de theorie van Jeffrey Gray?

A

De biopsychologiesche persoonlijkheidstheorie (BIS/BAS)

Was het niet eens met Eysenck; i.p.v. corticale arousal, twee andere systemen in de hersenen die gedrag verklaren

18
Q

BAS

A

Behavioral Activation System

19
Q

BIS

A

Behavioral Inhibition System

20
Q

Het BAS zorgt ervoor dat mensen…

A

Actief worden en uitdagingen aangaan

21
Q

Welke motivatie hebben mensen met een reactief BAS?

A

Mensen met een reactief BAS zijn gevoelig voor beloning en hebben een approach-motivatie

22
Q

Het BIS zorgt ervoor dat mensen…

A

Zich terugtrekken, ze gaan problemen en enge situaties uit de weg

23
Q

Welke motivatie hebben mensen met een reactief BIS?

A

Mensen met een reactief BIS zijn gevoelig voor straf en hebben een avoidance-motivatie