2. Klassieke modellen van persoonlijkheid Flashcards
Sigmund Freud
Psychoanalyse
Psychoanalyse
Bedoelingen zijn onbewust actief en bepalen je gedrag
Fred Skinner
Behaviorisme
Behaviorisme
Gedrag is een conditionering waar een stimulus een bepaald respons uitlokt
Carl Rogers
Humanisme
Humanisme
Ieder mens wil zich ontwikkelen en verbeteren
George Kelly
Cognitivisme
Cognitivisme
Mensen zijn door te veranderen
Waar waren Freud en Skinner het over eens?
Gedrag is onbewust
Verklaring van de psyche
- Dynamiek
- Structuur (topisch)
- Economie (kwantitatief)
Dynamiek
- Verdringing: neurotisch geheugenverlies door een psychisch mechanisme dat ervaringen wegstopt
- Regressie: “terugkeren” naar een gefixeerd object
Economie
Wanneer een drift niet wordt bevredigd leidt dit tot frustratie
Wat zijn Driften?
Een aandrang die aanhoudt tot hij bevredigd is (honger, dorst, slaap)
Structuur
- ID
- Ego
- Superego
ID
De aangeboren, driftmatige basis van het menselijk organisme en is een en al impuls.
Primitief (honger, seks, agressie), zo veel mogelijk bevrediging, zo min mogelijk spanning
Ego
De bemiddelaar. Genereert afweer tegen onlustwekkende prikkels.
Rationeel en redelijk, buffer: houdt instinct in toom
Superego
Geweten. Nieuwe economie, compenseert verlies, willen net zo zijn als ouders
Lustprincipe
Libido: de spanning loopt op wanneer psychische energie een object bezet of investeert