7. multiprofeccionele / interprofeccionele zorgverlening: systemische voorwaarden Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen Multi-professionele en interprofessionele zorgverlening?

A

Bij interprofessionele zorgverlening werken verschillende professionals aan één doel, bij multiprofessionele zorgverlening worden meerdere doelen gecombineerd door verschillende professionals.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke soort samenwerking is doorverwijzen?

A

Multiprofessionele samenwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de definitie van samenwerking?

A

“Samenwerking vindt plaats wanneer een groep van autonome belanghebbenden van een probleemdomein zich bezighoudt met een interactief proces, gebruikmakend van gedeelde regels, normen en structuren teneinde te handelen ten aanzien van of te beslissen over kwesties die relevant zijn voor dat domein.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de definitie van interpersoonlijke samenwerking?

A

(‘autonome belanghebbenden’; samenwerking tussen individuen; hoeft niet binnen dezelfde organisatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is machinebureaucratie? (2)

  • taken
  • wat gaat moeilijker en waarom?
A

lopende band werk

  • Strikt gescheiden taken tussen afdelingen en deelprocessen
  • Interprofessionele samenwerking moelijker: zij willen scheiding tussen taken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Professionele democratie/Matrixorganisatie =

A

grote vrijheid & variatie met elk hun eigen doel

- Verbinding van taken tussen afdelingen en deelprocessen (units)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn informele organisaties? (4)

A

sociale processen spelen een belangrijke rol (bv. tijdens de pauze)

  • Veel oplossingen ontstaan op deze momenten
  • Ondervangt kleine gebreken door sociaal contact en informele communicatie
  • Tijdens pandemie staat dit onder druk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn formele procedures? (3)

A

tijdens bv. een vergadering

  • Vergroot voorspelbaarheid, leidt tot routine en daardoor meer efficiëntie
  • Alles vastgelegde structuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een zorgsysteem en wat is hierbij belangrijk?

A

“Een zorgsysteem bestaat uit alle organisaties, mensen en acties die primair zijn bedoeld om gezondheid te bevorderen, herstellen of behouden.”

  • Samenwerking is hierbij belangrijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

International Federation of Dental Hygiene (IFDH) formuleren 4 prioriteiten. Wat zijn dit?

A
  1. Wetenschappelijk en verantwoorde praktijk, procedures en producten promoten
  2. Preventie en gezondheidspromotie binnen primaire gezondheidszorg
  3. Interprofessionele samenwerking promoten
  4. Hervorming van mondzorgkunde onderwijs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Er zijn 5 hoofdvragen ten aanzien van interprofessionele samenwerking. Welke zijn dit?

A
  1. Hoe conflicthantering tijdens interprofessionele samenwerking? - Communicatie
  2. Hoe verandering bevorderen door samenwerking met andere beroepsgroepen?
  3. Welke andere beroepsgroepen onderdeel van interprofessioneel netwerk mondhygiënist om samen zorg te kunnen verbeteren?
  4. Hoe expertise mondhygiënist communiceren, als lid van Health Professions Global Network van WHO?
  5. Welke mogelijkheden voor IFDH om interprofessionele samenwerking te promoten?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Er zijn 6 samenhangende bouwstenen van het zorgsysteem. Welke zijn dit?

A
  1. Dienstverlening
  2. Personeel (capaciteitsorgaan)
  3. Informatie (elektronisch patiëntendossier)
  4. Medische producten, vaccines en technologie
  5. Financiering
  6. Leiderschap en bestuur (faciliteren: wat heeft personeel nodig?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een capaciteitsorgaan?

A

Bepaalt bijvoorbeeld hoeveel mondhygiënisten moeten worden opgeleid > voldoende personeel binnen onze maatschappij (rekening houdend met factoren als vergrijzing).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 4 contexten interprofessionele praktijk (lijnszorg)?

A
  1. Eerstelijnsgezondheidszorg

Zorg waar men zelf zonder verwijzing naartoe kan gaan (mondhygiënist, huisarts, tandarts, fysiotherapeut, maatschappelijk werker, wijkverpleegkundige, etc.)

  1. Anderhalvelijnszorg

Zorg op het grensvlak van complexe of chronische eerstelijnszorg en eenvoudige tweedelijnszorg (bijvoorbeeld mondhygiënist in multidisciplinair centrum met meer behandelmogelijkheden dan de gemiddelde mondzorgpraktijk)

  1. Tweedelijnsgezondheidszorg

Zorg van alle hulpverleners waarvoor je een verwijzing nodig hebt (alle specialisten in het ziekenhuis of de kliniek)

  1. Derdelijnszorg

Hoog specialistische zorg voor zowel geestelijke als somatische gezondheidsproblemen op doorverwijzing naar instellingen voor topklinische zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarop hebben barrières direct invloed?

A

Op interprofessionele behandeling;

bevorderende factoren een indirecte invloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kenmerken van verschillende organisaties (5)

A
  1. Topmanagement/strategische top - gericht op centralisatie
  2. Middenkader - gericht op opsplitsing
  3. Uitvoerende kern - gericht op professionalisme (de uitvoerende kern kan gewoon hun taak kan doen + hebben grote vrijheid (nodig voor beslissingen > snelle en adequate hulp))
  4. Technische structuur - gericht op standaardisatie
  5. Ondersteunende diensten - gericht op samenwerking