6 - Multiprofessionele vs. interprofessionele samenwerking: praktische uitvoering Flashcards

1
Q

Wat houdt het begrip “discipline/disciplinair” in?

A

Vakinhoud of expertisedomein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt het begrip “professie/professioneel” in?

A

Beroepsgroep en vakkundig of beroepsspecifiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Wat houdt het begrip “multi” in?

- Wat houdt het begrip “inter” in?

A
  • Meerdere (of naast elkaar)

- Tussen (of onderling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de definitie van het begrip “samenwerking”?

A

Samenwerking vindt plaats wanneer een groep van autonome belanghebbenden van een probleemdomein zich bezighoudt met een interactief proces, gebruikmakend van gedeelde regels, normen en structuren teneinde te handelen ten aanzien van of te beslissen over kwesties die relevant zijn voor dat domein.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar hangt het soort samenwerkingsstijl vanaf? (3)

A

Het probleem:

  1. Simpele problemen binnen expertisedomein van 1 beroepsgroep
  2. Meerdere problemen die duidelijk niet samenhangen
  3. Complexe problemen die betrekking hebben op meer dan 1 expertisedomein
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 4 soorten samenwerking(s-stijlen) zijn er?

A

Uni-, multi-, inter- en transprofessioneel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt een uniprofessionele samenwerking in?

A

Professional die zelfstandig bezig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt een multiprofessionele samenwerking in?

A

Strikte scheiding van taken (ieder zelfstandig met eigen stukje bezig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt een interprofessionele samenwerking in?

A

Verbinding(overlap) van taken/taakintegratie/taakverbinding (politie werkt samen met brandweer en ambulance)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt een transprofessionele samenwerking in?

A

Uitwisseling van taken (iemand is politie, barhouder, brandweer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onder welke soort samenwerking valt een taakherschikking (overname van bepaalde taken van bepaalde beroepsgroepen)?

A

Transprofessionele samenwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent interdisciplinair?

A

Verschil tussen disciplines op gebied van inhoud en expertise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent interprofessioneel?

A

Verschil tussen professionals/beroepsgroepen/vakkundigheid (ook sociale processen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uit hoeveel fasen bestaat de samenwerking?

A

4

Fase 1
Je hebt een hulpvraag, probleem of potentieel probleem > wat zijn hier de oplossingen voor (overleg met patiënt, shared-decision-making). 
Fase 2
Keuze eigen oplossingen (wat willen jij en de patiënt)
Fase 3
Eigen oplossingen plannen
Fase 4
Toepassing eigen oplossingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt fase 1 van een samenwerking in?

A

Je hebt een hulpvraag, probleem of potentieel probleem > wat zijn hier de oplossingen voor (overleg met patiënt, shared-decision-making).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt fase 2 van een samenwerking in?

A

Keuze eigen oplossingen (wat willen jij en de patiënt)

17
Q

Wat houdt fase 3 van een samenwerking in?

A

Eigen oplossingen plannen

18
Q

Wat houdt fase 4 van een samenwerking in?

A

Toepassing eigen oplossingen

19
Q

Welke 3 beperkingen kan je in fase 1 van de samenwerking verwachten?

A
  • Niet nagaan in hoeverre probleem meer expertise nodig heeft dan één beroepsgroep kan leveren
  • Niet weten welke andere beroepsgroep bij complex probleem te betrekken vanwege gebrek aan rolduidelijkheid
  • Negatieve attitudes en beroepsstereotypen die interprofessionele betrokkenheid belemmeren
20
Q

Welke 4 beperkingen kan je in fase 2 van de samenwerking verwachten?

A
  • Delegatie/doorverwijzing individuen naar andere beroepsgroep(en) zonder afstemming trajecten (eenzijdige communicatie)
  • Geen verificatie verenigbaarheid activiteiten verschillende beroepsgroepen voor dezelfde patiënt/cliënt (onverenigbare activiteiten/behandelingen (water&vuur))
  • Geen verificatie toegevoegde waarde expertise andere beroepsgroepen voor optimale uitkomst (onbewust van toegevoegde waarde andere beroepsgroepen)
  • Repertoire van oplossingen niet aanpassen aan eisen en behoeften patiënt/cliënt (eisen & behoeften van patiënt negeren)
21
Q

Welke 4 beperkingen kan je in fase 3 van de samenwerking verwachten?

A
  • Geen gedeelde doelen samen verhelderen en concretiseren (en geen shared decision making)
  • Geen toewijzing activiteiten/oplossingen gebaseerd op professionele relevantie en relevante expertise (niet juiste persoon op juiste plek)
  • Bereikbaarheid verschillende beroepsgroepen voor dezelfde patiënt/cliënt niet in overweging nemen en geenmaatregelen om aantal bezoekmomenten patiënt te minimaliseren (te veel drempels opwerpen)
  • Inefficiënt gebruik beschikbare tijd professionals (werktijd verspillen)
22
Q

Welke 4 beperkingen kan je in fase 4 van de samenwerking verwachten?

A
  • Initieel plan negeren of andere keuzes maken zonder aanpassing plan (plan links laten liggen)
  • Geen uitwisseling van informatie tussen beroepsgroepen met gedeelde patiënt/cliënt over progressie (patiëntvoortgang niet delen)
  • Geen wederzijdse en tussentijdse aanpassing van plan en doelen indien doelen niet worden gehaald (geenaanpassing wanneer nodig)
  • Geen verificatie of gedeelde doelen/uitkomsten zijn gehaald door terug te keren naar fase 1 (uitkomst niet verkend, dus onbekend)
23
Q

De prioriteiten voor interprofessioneel werken zijn in te delen in 4 fasen. Wat houdt fase 1 in?

A

Fase 1: Probleem definitie

  • Patiënt/cliënt als gesprekspartner (ICF (door WHO) & positieve gezondheid als interprofessioneel denkkader)
  • WHO heeft interprofessioneel werken geprioriteerd
24
Q

De prioriteiten voor interprofessioneel werken zijn in te delen in 4 fasen. Wat houdt fase 2 in?

A

Fase 2: Activiteiten en behandelingen inventariseren (complementair)

  1. Verificatie gedeeld probleemdomein
  2. Vaststelling gemeenschappelijke uitkomst (= optimale, niet maximale uitkomst)
  3. Kennismaken met mogelijkheden (behandelrepertoire per professie)
  4. Verenigbaarheid activiteiten en behandelingen
25
Q

De prioriteiten voor interprofessioneel werken zijn in te delen in 4 fasen. Wat houdt fase 3 in?

A

Fase 3: Gezamenlijk plan maken (afgestemde planning)

  1. Klachten (soms onbewust; vast te stellen met PMO)
  2. Ondersteunings- of hulpvraag
  3. Doel (gewenste en optimale uitkomsten)
  4. Middelen (repertoire patiënt/cliënt en behandelaars)
  5. Mogelijkheden (ook tijd, frequenties etc.)
26
Q

De prioriteiten voor interprofessioneel werken zijn in te delen in 4 fasen. Wat houdt fase 4 in?

A

Fase 4: Vooruitgang

Samen dezelfde koers en iedere kapitein op eigen schip.

Uitvoeren, bijstellen, vinger aan de pols houden (monitoren) en voortgang rapporteren (met toestemming van patiënt).

27
Q

Wat is positieve gezondheid?

A

Is benadering binnen gezondheidszorg die niet ziekte, maar betekenisvol leven centraal stelt.

Nadruk ligt op veerkracht, eigen regie en aanpassingsvermogen van mens en niet op beperkingen of ziekte zelf.

28
Q

Interprofessioneel werken heeft te maken met (4):

A
  • afstemming van activiteiten,
  • uitwisseling van informatie (diagnostiek, expertise, voortgang, uitkomst),
  • samen doelen stellen en
  • samen beslissen en verantwoordelijkheid dragen
29
Q

Noem de 4 fasen die in het model Prioriteiten voor interprofessioneel werken staan:

A

Fase 1: Probleemdefinitie
Fase 2: Complementair
Fase 3: Afgestemde planning
Fase 4: Vooruitgang

Later evaluatie progressie