4. Maatschappelijke ontwikkelingen en professionalisering zorg Flashcards

1
Q

Wat is autonomie?

A

Zelfstandigheid, de vrijheid om zelf beslissingen te maken over hoe je je leven wilt inrichten (individuen/collectief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 4 factoren bepalen de (publieke) gezondheid van een land volgens Marc Lalonde (Lalonde model)?

A
  1. Biologische en genetische factoren
  2. Leefstijl
  3. Omgeving
  4. Voorzieningen van de gezondheidszorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat heeft Aneurin Beuvin opgericht? En wat was zijn plan?

A

De NHS (nationale ziekenhuis) in Verenigd Koninkrijk. Hij wilde grote groepen mensen hun gezondheid verbeteren, maar er moest ook aandacht blijven voor het individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie heeft de begrippen biopower en biopolitiek bedacht?

A

Michel Foucault

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent biopower?

A

Mensen hebben bepaalde biologische eigenschappen, waar instituties rekening mee moeten houden en beleid op moeten maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent biopolitiek?

A

Een manier om de populatie te controleren, bijvoorbeeld door een gezonde werkdruk te vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is volgens Michel Foucault bedreigend?

A

Dat de gezondheidszorg een potentieel machtsmiddel voor allerlei instituties en regeringen is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer was de hygiënistenbeweging in NL actief?

A

1840

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke omgevingsfactoren hebben invloed op de volksgezondheid? (5)

A

Huisvesting, voeding, drinkwater, ongezonde arbeidsomstandigheden, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer is de GGD ontstaan en waarvoor?

A

1901, voor demografische en epidemiologische transities

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Heeft de GGD de volksgezondheid verbeterd?

A

Ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat heeft Francis Galton ontwikkeld en met welke gedachte? (2)

A
  • Eugenetica

- Mensen zouden naast het verbeteren van levensomstandigheden, ook genetisch verbeterd kunnen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In de 1e helft van de 20e eeuw waren er eugenistische wetten die invloed hadden op het sociaal-hygiënisch beleid. Hoe zat dit in de volgende landen:

  • Zweden
  • VS
  • Duitsland
A
  • Verplichte sterilisatie vrouwen van lage SES (tot jaren ‘70!)
  • Verbod trouwen epileptici en zwakzinnigen, gedwongen sterilisatie Indianen
  • Nazi-geneeskunde (euthanasie gehandicapten, joden) - Aktion T4
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie heeft kritiek op het sociaal hygiënisme?

A

Foucault

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt de ‘code van Neurenberg’ in?

A

Door afschuw van medische praktijken in WO2 komen er nieuwe gedragsregels voor artsen > verschuiving ‘paternalistische’ medische ethiek naar ethiek met meer aandacht voor individuele patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 2 belangrijke gezondheidsberoepen waren er tot de Franse tijd?

A
  • Geneesheren: de hoge kennis in huis

- (Barbier-)Chirurgijnen: praktische kennis opgedaan door handelingen uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welk beroep was er voor de tandarts (tot 1913)?

A

Tandmeester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wanneer ontstond de 4-jarige opleiding tot tandarts?

A

1913

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wanneer ontstond het beroep ter ondersteuning van de tandarts (mondhygiënist) in NL?

A

1964

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Tot welke lijn behoort de huisarts?

A

De eerste lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de rol van een huisarts? (3)

A
  • Vervult een (primaire en secundaire) preventierol en kan gezondheid bevorderen
  • Algemene preventiemaatregelen op individu toegesneden
  • Individuele overwegingen met patiënten doordenken
22
Q

Tussen welke 2 dingen is een huisarts in staat te bemiddelen?

A
  1. Paternalistisch overheidsaanbod m.b.t. preventie

2. Individuele zelfbeschikking van burgers

23
Q

Wat is Foucault zijn kritiek op de huisarts?

A

Een huisarts die bij iedere patiënt ongevraagd vertelt wat hij moet doen en laten, is disciplinerend

24
Q

Wat houdt Armartya Sen & Martha Nussbaum hun capability-benadering in? (3)

“Niet de behandeling, maar de persoon centraal.”

A
  • Minder nadruk op waar iemand ‘recht’ op heeft of ‘vrijheid’ toe heeft
  • Ontwikkeling tot lid van de samenleving
  • Als alternatief voor welvaartseconomie
25
Q

Uit welke 10 core-capabilities bestaat de capability-benadering?

Lotje Liep Lang sZeven Emotionele Patiënten achter andere spelende cliënten

A
  1. Leven
  2. Lichamelijke gezondheid
  3. Lichamelijke integriteit
  4. Zintuigen, verbeelding en gedachten
  5. Emoties
  6. Praktische rede
  7. Affiliatie (zelfrespect, met en voor anderen leven)
  8. Andere soorten (dieren, planten)
  9. Spelen
  10. Controle over omgeving
26
Q

Hoe hebben Armartya Sen & Martha Nussbaum het begrip ‘ziekte’ gekaderd?

A

Niet de mate van ingrijpen, maar de kadering (omvang) van het gebied waarop de overheid ingrijpt
- Medicalisering van de samenleving: medici, maatschappelijke bewegingen, vanuit commercieel belang (medicatie), demidicalisering (maturbatie & homoseksualiteit (vroeger ‘ziekten’))

27
Q

Wat is slecht volgens Aubrey de Grey?

A

Dat we mensen laten sterven (ouder worden is barbaars). “De eerste mensen die duizend jaar oud worden, zijn al geboren.”

28
Q

Wat voor zorgstelsel heeft de VK? En door wie is dit ingevoerd?

A

Een collectief zorgstelsel.

- Aneurin Bevan (solidariteit)

29
Q

Wat is de medische zorg in NL?

A

Een recht (toegankelijk voor iedereen) & plicht (verplichte basisziektekostenverzekering)

30
Q

In het Nederlandse zorgstelsel is er een ‘managed competition’. Wat houdt dit in?

A

Kosten worden ondergebracht bij (private) zorgverzekeraars

31
Q

Hoe denken de mensen in de VS waarschijnlijk denken over het zorgsysteem in NL & VK?

A

Oneerlijk, een gezond iemand gaat toch niet voor een ander betalen. Past bij de American Dream: individuele vrijheid en zelfbeschikking

32
Q

Tot de Franse tijd (rond 1800) waren er chirurgijnen en geneesheren. Welke stond hoger in de rangorde?

A

Geneesheren, zij hadden aan een medische faculteit gestudeerd en beperkte zich aan het ziekenbed tot onderzoek van uitwendig waarneembare verschijnselen. De chirurgijnen/heelmeersters deden de behandelingen van wonden, botbreuken en andere kwetsuren.

33
Q

Wanneer werd de tandmeester wettelijk erkend?

A

1818

34
Q

Wanneer had de tandmeester de wettelijke bevoegdheid tot de uitoefening der tandheelkunde?

A

1876 (plaatselijke behandeling van ziekten der tanden, der tandkassen, en van het tandvlees)

35
Q

Wanneer werd de eerste officiële opleiding tot tandmeester te Utrecht gestart?

A

1877

36
Q

Wanneer werd de titel tot ‘tandarts’ ingevoerd?

A

1913

37
Q

Welke 2 veranderingen binnen de tandheelkunde hebben plaatsgevonden in 1913?

A
  • Tandmeester > tandarts
  • Wet aangenomen die de opleiding tot een vierjarige opleiding verplicht stelde (voorbereiding op theoretisch en praktisch examen)
38
Q

Welke organisatie heeft ertoe geleid dat de organisatiegraad van de tandheelkunde snel steeg?

A

De Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT)

39
Q

Wanneer kreeg de studie Tandheelkunde de volwaardige academische status?

A

1947

40
Q

Welke 10 differentiaties binnen de tandheelkunde kennen wij inmiddels?

A
  1. Parodontoloog
  2. Implantologie
  3. Endodontologie
  4. Gnatologie (pijn en problemen met kauwen)
  5. Kindertandheelkunde
  6. Maxillofaciale prothetiek
  7. Angstbegeleiding
  8. Gehandicaptenzorg
  9. Geriatrische tandheelkunde
  10. Restauratief tandarts
41
Q

Er waren een aantal opties om de schooltandarts te vervangen. Echter werd er in 1964 voor dit beroep gekozen. Welk beroep is dit?

A

Mondhygiënist (mensen naar canada, vs, vk gestuurd om kennis op te doen)

42
Q

In 2002 is de mondhygiënist ‘nieuwe stijl’ opgesteld. Wat is het doel hiervan?

A

Het heeft het doel dat over 10 jaar de volledige preventie van cariës en parodontitis te laten verzorgen door een mondhygiënist met ondersteuning van de (preventie)assistente. Hier is in 2007 mee gestart.

43
Q

Wat houdt taakdelegatie in?

A

De omschreven taken worden uitgevoerd door een persoon van een lager bevoegdheidsniveau en de delegerende de verantwoordelijkheid voor de uitvoering behoudt.

44
Q

Welke risico’s heeft IGZ (Inspectie voor de Gezondheidszorg) vastgesteld voor de taakverdeling onder de mondprofessionals? (2)

A
  • Niet gebruiken van 1 dossier

- Taakherschikking leidt tot meer versnippering in de zorg

45
Q

Aan welke voorwaarden moet voldaan zijn voor structurele taakherschikking? (3)

A
  • Er moet draagvlak zijn bij de betrokken professionals
  • Er moet regie mogelijk zijn
  • Er moeten condities worden geschapen (opleiding, wetgeving, financiële prikkels) die taakherschikking stimuleren
46
Q

Waar is aanspraak op binnen de mondzorg volgens de Zorgverzekeringswet?

A

Jeugdzorg, bijzondere tandheelkunde (tandheelkundige handicap, lichamelijke of geestelijke handicap, medisch gecompromitteerden), volledige gebitsprothesen en hulp door kaakchirurgen

47
Q

Wat is een belangrijke taak voor een tandarts in dienst van de zorgverzekeraar?

A

De beoordeling van aanvragen van verzekerden voor tandheelkundige behandeling

48
Q

Stelling: Mensen die krachtens de Wet langdurige zorg in een instelling verblijven, hebben geen aanspraak op volledige tandheelkundige zorg

A

Onjuist, dat hebben zij wel

49
Q

Welke richtlijn is in 2007 opgesteld, die moest leiden tot verbetering in de professionele mondzorg van ouderen in verpleeghuizen?

A

De Richtlijn Mondzorg voor zorgafhankelijke cliënten in verpleeghuizen

50
Q

Waarom werd er een richtlijn opgesteld ter verbetering van de professionele mondzorg van ouderen in verpleeghuizen? Noem 5 redenen

A
  • Steeds meer ouderen met eigen dentitie
  • Mondzorg bij ouderen is over het algemeen slecht
  • Tekort aan (verpleeghuis)tandartsen
  • Lage prioriteit voor mondzorg bij verzorgenden
  • Beschikbaarheid van voorzieningen om tandheelkundige hulp te verlenen is beperkt
  • Nieuwe woonvormen maken het verlenen van mondzorg moeilijker
  • Tandheelkundige verzorging heeft weinig prioriteit voor instellingen
51
Q

Wat zijn belangrijke instrumenten van een kwaliteitssysteem?

A

Richtlijnen, indicatoren, visitatie/inspectie, accreditatie/vereisten van derde partij & certificering