6.1 Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er na de val van de
Berlijnse Muur in de Oostbloklanden?

A

Het communisme verdwijnt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk gevolg heeft nationalisme voor de
het aantal landen in Europa in de jaren
1990?

A

Er komen steeds meer landen bij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welk jaar wordt Duitsland één land?

A

1990

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar was men bang voor toen
Duitsland weer één land werd?

A

Dat Duitsland weer sterk en machtig zou
worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In welk jaar viel de Sovjet-Unie uiteen?

A

1991

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurde er in 1991 met de SovjetUnie?

A

Dat hield op te bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er met de NAVO na het
uiteenvallen van de Sovjet-Unie?

A

Vroegere Oostbloklanden (vijanden)
worden er lid van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In welk Europees land vond halverwege
de jaren 1990 een gruwelijke
burgeroorlog plaats?

A

Joegoslavië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nederland had een traumatische
ervaring in de Joegoslavische
burgeroorlog. In welke Joegoslavische
stad moest Nederland toezien dat 8000
mannen werden vermoord.

A

Srebrenica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly