3.1 Flashcards

1
Q

In welk jaar was de Russische
Revolutie?

A

1917

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurde er in 1917 in Rusland?

A

De Russische Revolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werd Rusland genoemd vanaf
1922?

A

De Sovjet-Unie / de USSR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie greep de macht in Rusland na de
Russische Revolutie van 1917?

A

Lenin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe noem je de politieke stroming die
het verschil tussen arm en rijk wil
oplossen door middel van een
gewelddadige revolutie?

A

Communisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij welke politieke stroming hoorde
Lenin?

A

Communisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie was de opvolger van Lenin in de
Sovjet-Unie?

A

Stalin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt een samenleving genoemd
waarin de overheid alle macht heeft en
veel invloed heeft op de burgers in het
land?

A

Totalitaire samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem vijf kenmerken van het stalinisme.

A
  1. Terreur
  2. Showprocessen
  3. Propaganda
  4. Censuur
  5. Persoonsverheerlijking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem twee economische veranderingen
van Stalin.

A
  1. Planeconomie / vijfjaren plan
  2. collectivisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe noem je het gebruiken van of
dreigen met geweld tegen willekeurige
burgers door de overheid.

A

Terreur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe heet een rechtszaak waarin het
vonnis van tevoren al bekend is?

A

Showproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe noem je het economische systeem
in de Sovjet-Unie waarin de overheid
bepaalt hoeveel er geproduceerd wordt?

A

Planeconomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt het samenvoegen van kleine
(landbouw) bedrijven tot een groot
(landbouw) bedrijf?

A

Collectivisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly