1.4 Flashcards

1
Q

Hoe worden mensen genoemd die
strijden voor gelijke rechten tussen
mannen en vrouwen?

A

Feministen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem een bekende feminist uit de 19de
eeuw.

A

(Wilhelmina) Drucker
(Aletta) Jacobs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar streden feministen vooral voor in
het begin van de 20ste eeuw?

A

Kiesrecht voor vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt de periode tussen 1880 en
1920 genoemd?

A

De Eerste Feministische Golf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt het recht genoemd om
tijdens de verkiezingen te mogen
stemmen?

A

Actief kiesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In 1917 hielpen de confessionelen en de
socialisten elkaar. Hoe heet de deze
hulp?

A

De Pacificatie van 1917

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt het recht genoemd om
tijdens verkiezingen gekozen te
worden?

A

Passief kiesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat ‘kregen’ de socialisten in de
grondwet van 1917?

A

Algemeen kiesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat ‘kregen’ de confessionelen in de
grondwet van 1917?

A

Betaling van bijzonder onderwijs door
de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Door wie werden de confessionelen
geholpen in 1917?

A

De socialisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Door wie werden de socialisten
geholpen in 1917?

A

De confessionelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe heet het kiesstelsel waarbij je kunt
stemmen op iemand uit je eigen regio?

A

Districtenstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat ‘kregen’ vrouwen in de grondwet
van 1917?

A

Passief kiesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een nadeel van het
districtenstelsel?

A

Oneerlijk, de winnaar krijgt alles, de
stemmen van anderen tellen niet mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe heet het kiesstelsel met landelijke
kandidaten. Alle stemmen uit het hele
land tellen mee.

A

Stelsel van evenredige
vertegenwoordiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem drie voordelen van het stelsel van
evenredige vertegenwoordiging?

A
  1. Het is eerlijker
  2. Alle stemmen tellen mee
  3. Meer partijen in de Tweede
    Kamer
17
Q

Wat gebeurde er in 1919?

A

Er kwam algemeen vrouwenkiesrecht