3.2 Flashcards

1
Q

Noem drie totalitaire samenlevingen in
het interbellum?

A
  1. De Sovjet-Unie
  2. Italië
  3. Duitsland
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt Duitsland genoemd na de
Eerste Wereldoorlog?

A

De Republiek van Weimar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom kreeg Duitsland te maken met
(hyper)inflatie?

A

Herstelbetalingen / bezetting
Rührgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt bedoelt met het snel minder
waard worden van geld, zoals gebeurde
in bijvoorbeeld Duitsland?

A

(Hyper)inflatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Volgens sommige mensen had
Duitsland de Eerste Wereldoorlog
verloren door het verraad van de Duitse Weimar regering. Hoe wordt deze
‘legende’ genoemd?

A

Dolkstootlegende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke groep kreeg de schuld van
verraad van Duitsland in de
‘Dolkstootlegende’?

A

De Republiek van Weimar / Joden /
communisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In welk jaar pleegde Hitler zijn
staatsgreep in München?

A

1923

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De Amerikanen wilden Duitsland helpen
met het oplossen van de inflatie en de
herstelbetalingen. Hoe wordt dit plan
genoemd?

A

Dawesplan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt een snelle waardedaling van
aandelen genoemd?

A

Beurskrach

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer brak er tijdens het interbellum
een economische crisis uit in de
Verenigde Staten?

A

1929

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt de periode genoemd waarin
het economische slecht gaat?

A

Economische crisis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie was de leider van de fascisten in
Italië?

A

Benito Mussolini

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In welk jaar kwam Mussolini aan de
macht in Italië?

A

1922

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem drie kenmerken van het fascisme.

A
  1. Sterke leider
  2. Nationalisme
  3. Geweld is goed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt de politieke stroming
genoemd die staat voor nationalisme,
sterk leiderschap en geweld?

A

Fascisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt propaganda voor een
persoon genoemd?

A

Persoonsverheerlijking