5.2 Flashcards

1
Q

Wat was een belangrijk gevolg van de
twee bondgenootschappen?

A

Er kwam een wapenwedloop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De wapenwedloop met atoomwapens
zorgde ervoor dat beide vijanden elkaar
niet durfde aan te vallen. Hoe wordt dit
genoemd?

A

Wederzijdse afschrikking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk wapen speelt een belangrijke rol in
de wapenwedloop van de Koude
Oorlog?

A

De atoombom / kernwapens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurde er in 1956?

A

De Hongaarse opstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie is de opvolger van Stalin als hij in
1953 overlijdt?

A

(Nikita) Chroetsjov

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welk jaar werd de Berlijnse Muur
gebouwd?

A

1961

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In 1956 protesteerden velen Hongaren
tegen een te grote invloed van de
Russen. Deze opstanden werden hard
neergeslagen. Over welke gebeurtenis
gaat de omschrijving?

A

De Hongaarse opstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welk jaar vond de Hongaarse opstand
plaats?

A

1956

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom werd de Berlijnse Muur
gebouwd?

A

Om naar het westen vluchtende OostDuitsers tegen te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In welk jaar was de Cubacrisis?

A

1961

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In 1962 wilden de Russen kernraketten
bouwen op Cuba tegen de VS. De VS
kwam hierachter en eiste terugtrekking.
Amerikaanse schepen moesten de
Russische schepen tegenhouden. Over
welke gebeurtenis gaat de
omschrijving?

A

De Cubacrisis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat was de grote angst tijdens de
Cubacrisis?

A

Uitbreken van een atoomoorlog /
uitbreken Derde Wereldoorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie was president van de Verenigde
Staten tijdens de bouw van de Berlijnse
Muur en de Cubacrisis?

A

(John F.) Kennedy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(John F.) Kennedy was president van de
VS toen er twee belangrijke
gebeurtenissen plaatsvonden in de
Koude Oorlog. Welke twee?

A
  1. De bouw van de Berlijnse Muur
  2. De Cubacrisis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In welk jaar was de Praagse Lente?

A

1968

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie werd in 1985 leider van de SovjetUnie?

A

(Michaïl) Gorbatsjov

10
Q

In 1968 protesteerden mensen in
Tsjechoslowakije tegen het
communisme en haar leiders. De
protesten werden hard neergeslagen.
Over welke gebeurtenis gaat de
omschrijving?

A

De Praagse Lente

10
Q

Wie was in de jaren 1980 president van
de Verenigde Staten?

A

Ronald Reagan

11
Q

Wat gebeurde er in 1968?

A

De Praagse Lente

12
Q

In de jaren 1980 kwam de Sovjet-Unie
in grote economische problemen. Geef
hiervoor twee redenen.

A
  1. Wapenwedloop (te duur)
  2. niet functionerende
    planeconomie
13
Q

Hoe worden de twee belangrijkste
hervormingen van Gorbatsjov
genoemd?

A
  1. Perestrojka
  2. Glasnost
14
Q

Wat wilde Gorbatsjov bereiken met zijn
hervormingen?

A

Hij wilde het communisme beter maken.

15
Q

Wat is perestrojka?

A

Economische veranderingen

15
Q

Wat is glasnost?

A

Openheid / vrijheid van meningsuiting

16
Q

Wat gebeurde er in 1989?

A

De val van de Berlijnse Muur

16
Q

In welk jaar viel de Berlijnse Muur?