2.3 Flashcards

1
Q

Hoe noem je een oorlog waarbij de hele
samenleving is betrokken?

A

Totale oorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef vier kenmerken van een totale
oorlog.

A
  1. Verdriet en gemis
  2. Schade
  3. Gebrek aan spullen
  4. Vrouwen werken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is reclame om jezelf beter te doen
overkomen en de vijand slechter?

A

Propaganda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het bewust weghouden van
informatie in bijvoorbeeld de media?

A

Censuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg uit waarom het Von Schlieffenplan
mislukt is.

A

Duitsland vocht toch een
tweefrontenoorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurde er in 1917 in Rusland?

A

Er brak een communistische revolutie
uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Begin 1918 kwam er een vredesverdrag
tussen Duitsland en Rusland. Welk
gevolg had dit voor de oorlog?

A

Er kwam een einde aan de
tweefrontenoorlog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt het vredesverdrag tussen
Duitsland en Rusland genoemd?

A

De vrede van Brest-Litovsk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe noem je de afspraak tussen landen
om te stoppen met vechten?

A

Wapenstilstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe noem je de overeenkomst
waardoor een oorlog officieel voorbij is?

A

Vredesverdrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe heet de Duitse duikboot aanvallen
op ook neutrale schepen?

A

Onbeperkte duikbootoorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk gevolg had de ‘onbeperkte
duikbootoorlog’ voor de Eerste
Wereldoorlog?

A

De VS ging meedoen met de
Geallieerden tegen Duitsland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk gevolg had de deelname van de
VS aan de oorlog voor de Eerste
Wereldoorlog?

A

De Duitsers konden er niet tegenop / er
kwam een wapenstilstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op welke datum kwam er een
wapenstilstand in het westelijk front?

A

11 november 1918.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe wordt het vredesverdrag van de
Eerste Wereldoorlog genoemd?

A

Vrede van Versailles / Verdrag van
Versailles.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk gevolg had de Vrede van
Versailles voor het aantal landen in
Europa?

A

Dat werden er meer.

17
Q

Wie kreeg in de Vrede van Versailles de
schuld van de Eerste Wereldoorlog?

18
Q

Wat deed keizer Wilhelm II na de Eerste
Wereldoorlog?

A

Hij vluchtte naar Nederland.

19
Q

Leg uit wat demilitarisatie is.

A

Soldaten weghalen uit een gebied.

20
Q

Noem vijf straffen die Duitsland kreeg in
de Vrede van Versailles.

A
  1. Herstelbetalingen doen
  2. Klein leger / geen zware wapens
  3. Verlies van gebied
  4. Verlies van koloniën
  5. Demilitarisatie Rijnland
    (grens met Frankrijk)
21
Q

Hoe heet de organisatie die werd
opgericht met als doel om oorlogen te
voorkomen?

A

De Volkenbond

22
Q

In welk jaar werd de Vrede van
Versailles getekend?

23
Q

Waarom werd Duitsland zwaar gestraft
met het Verdrag van Versailles?

A

Duitsland mocht geen nieuwe oorlog
meer kunnen beginnen