6. OCS Flashcards

1
Q

Wat zijn kenmerken van de obsessies?

A
  • niet gericht op ‘real life problems’
  • angstige vooruitzichten (wat als?)
  • intrusief
  • terugkerend
  • ongewenst/onacceptabel
  • inhoud is vaak verontrustend en irrationeel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn kenmerken van compulsies?

A
  • ze houden de obsessies onder controle
  • verminderen spanning
  • verminderen kans op verwachte ramp
  • beschouwd als excessief of overdreven
  • overte of coverte handelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is ocs?

A
  • heterogeen (verschillend pp)
  • ego-dystoon
  • chronisch
  • hoge comorbiditeit
  • belemmerend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

demografische gegevens

A
  • 1-2% prevalentie
  • meer vrouwen dan mannen
  • meer jongens dan meisjes
  • onset puberteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

biologische oorzaken OCD

A
  • geen bio marker
  • erfelijkheid en familiariteit
  • PANDAS > OCS symptomen kunnen acuut ontstaan na Steptokokken infectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

CBT circkel van OCD

A

trigger –>
obsessieve dwanggedachte –>
disfunctionele betekenisverlening ->
angst –>
dwanghandelingen –>
tijdelijke angstreductie –>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is family accommodation

A

familieleden (of andere personen) passen hun gedrag aan om naaste met OCD te helpen. dit komt veel voor (90% van fam leden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe ga je om met family accommodation?

A
  • familie in behandeling betrekken (of specifiek voor de fam)
  • psychoeducatie
  • stoppen met deelnamen aan compulsies of geruststelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke 2 behandelopties zijn er voor ocd?

A
  • exposure en responspreventie (ERP)
  • inference based approach (IBA)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat houdt ERP in?

A
  • doel: associatie tussen stimulus en verwachte ramp verkleinen
  • de angstige verwachtingen toetsen en kijken of ze uitkomen
  • dmv blootstelling en de dwanghandelingen achterwege laten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Werkt ERP?

A
  • Slechts 50% van de patiënten herstelt na ERP
  • Vroegtijdige drop-out (15%) of vermijden van behandeling (15%)
  • Werkingsmechanisme werkt niet voor iedereen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat houdt IBA in?

A

Doel:
➢ De obsessieve twijfel ‘oplossen’ → niet meer in de war raken tussen wat KAN
(mogelijkheid) en wat IS (werkelijkheid)
➢ Leren vertrouwen op je zintuiglijke waarneming, zelfkennis en je gezonde
verstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

werkt erp of iba beter?

A

 IBA lijkt beter verdragen te worden dan ERP
 IBA lijkt beter te werken voor mensen die een laag realiteitsbesef
hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly