11. Diagnostiek en behandeling depressieve stoornissen Flashcards

1
Q

wat zijn de drie hoofdfactoren bij het ontstaan en in stand houden van depressie?

A
  1. verhoogde behoefte aan sociale acceptatie
  2. problemen in transitie in adolescentie
  3. negatieve gebeurtenissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke screeningsinstrumenten worden gebruikt?

A
  • algemene screening: CBCL
  • specifiek voor bipolaire symptomen:
    familiegeschiedenis,
    Young Mania Rating Scale
    Meerdere informanten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke informatie wordt aan de ouders gevraagd tijdens een intake?

A
  • Ontwikkeling en huidige status van het kind
  • Ouder- en gezinskenmerken (bv. depressie bij ouders, huwelijksconflicten)
  • Opvoedingsstijl (bv. hoge verwachtingen, weinig positieve ondersteuning)
  • Recente en huidige stressoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarmee wordt het kind gediagnosticeerd in de intake

A
  • interview
  • specifieke vragenlijsten
  • dagboeken
  • suïcide screening (en evt. protocol)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

safety plan

A

> afspraken over wat je kunt doen bij suïcide gedachten of gevoelens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe zien de diagnostiek stappen eruit

A
  1. eerste contact
  2. intake
  3. gedragsobservatie
  4. brede diagnostiek
  5. samenwerking andere hulpverleners
  6. behandelstrategie delen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe ziet directe observatie eruit bij ouder-kind interactie

A

jonge kinderen: vrije spelsituatie
oudere kinderen: problem-solving taak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarop wordt gefocust tijdens de observatie

A
  • Mate waarin gezin positieve en negatieve emoties toont
  • Mate van kritiek of aanmoedigingen
  • Vaardigheden in het oplossen van problemen
  • Wijze van conflicten oplossen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarop zijn top3 problemen gebaseerd?

A

apart voor kind en ouders
- over welke problemen maak je je de meeste zorgen
- hoe groot is dit probleem 0-10
- wat is het grootste probleem nu?
- wat is het belangrijkste probleem om nu aan te werken?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn de voordelen van het vaststellen van top3 problemen

A
  • Overlappend met CBCL items, wel extra informatie over inhoud
  • De problemen worden geordend
  • Ook unieke problemen die boven water komen
  • 40% ouders; 80% jeugdigen geen match met CBCL/YSR items
  • Idiografisch en systematisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

depressie behandelingen bij kind/adolescent

A

CGT
Interpersoonlijke PsychoTherapie-Adolescenten (IPT-A)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

depressie interventie met ouders

A

Parent Management Training

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Depressie interventies in de omgeving

A
  • School consultatie voor verbeteren functioneren op school
  • TRF vaker afnemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn effectieve componenten bij depressiebehandelingen?

A
  • behalen van meetbare doelen/ competentie verhogen
  • psychoeducatie
  • zelf monitoring
  • sociale vaardigheden versterken
  • cognitieve herstructurering
  • probleem oplosvaardigheden
  • gedragsactivatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

behandelingen bij suïcidaliteit

A
  • Geen individuele CGT, altijd met ouder component
  • Geen groepstherapie als enige behandeling (besmetting)
  • Mindfulness-based therapie (MBCT)
  • Dialectische gedragstherapie (DBT-A)
  • Mentaliseren-bevorderende therapie (MBT-A)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn overlappende symptomen tussen angst en depressie

A

depressie: ongelukkig en eenzaam voelen, gevoel dat je zelf niet goed bent
angst: zorgen maken over verleden en toekomst, zorgen dat slechte dingen kunnen overkomen

17
Q

overlappende risico en beschermende factoren tussen angst en depressie 13jarige

A

risico: problemen met peers, stressvolle gebeurtenissen
beschermend: prosociaal gedrag, ouderlijke monitoring

18
Q

hyperactiveren

A

Secundaire strategie in minder optimale situaties bij angststoornissen:
een biologisch verhoogde aandacht voor bedreigende situaties, overgevoeligheid voor onzekerheid

19
Q

deactiveren

A

Secundaire strategie in minder optimale situaties bij depressie:
onderdrukken of ‘uitzetten’ van behoefte aan nabijheid, gedrag om zichzelf te troosten, ervaren van stress onderdrukken

20
Q

wat zijn twee vormen van secundaire strategieën?

A

hyperactiveren
deactiveren

21
Q

wat zijn de nadelen van secundaire strategieën

A
  • snel opgebrand
  • weinig rust om na te denken, reflexieve (bottom up) reactie
  • steeds groter tekort aan sociale vaardigheden in stresssituaties
  • ondermijnt vertrouwen in het exploreren van de omgeving
22
Q

Mentaliseren bevorderende therapie

A

Therapie bedoeld voor adolescenten met zelfbeschadigend gedrag en depressie, wat beter werkt dan de reguliere behandeling (TAU). Het wordt gemeten op depressie, emotie en gehechtheid