6. Marktsegmentatie en positionering Flashcards

1
Q

Hoe beoordeel je of een potentiële afnemer met behoefte aan je product ook tot je doelgroep behoort?

Hfst 6: Marktsegmentatie en positionering

A
  • Interesse in je product?
  • Voldoende koopkracht?
  • Bereid de prijs te betalen?

§6.1 Analyseren van de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen de potentiële vraag (1) en het marktpotentiëel?

Hfst 6: Marktsegmentatie en positionering

A

(1) Het aantal producten dat boven de huidige afzet kan worden verkocht (bij optimaal gebruik van de marketingmix)

(2) Som van reële vraag plus (2)

§6.1 Analyseren van de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de effectieve vraag, en uit welke typen bestaat die en welke combinaties kun je maken van die typen?

Hfst 6: Marktsegmentatie en positionering

A

Totale hoeveelheid van een product dat verkocht wordt.

  1. Initiële vraag (eerst aanschaf door niet-bezitters)
  2. Vervangingsvraag (ook wel remplace genoemd)
  3. Additionele vraag (extra product)

1 + 3 = uitbreidingsvraag
2 + 3 = totale vraag

§6.1 Analyseren van de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit welke vraagtypen bestaat de totale vraag?

Hfst 6: Marktsegmentatie en positionering

A
  • Vervangingsvraag
  • Additionele vraag

§6.1 Analyseren van de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uit welke vraagtypen bestaat de uitbreidingsvraag?

Hfst 6: Marktsegmentatie en positionering

A
  • Initiële vraag
  • Additionele vraag

§6.1 Analyseren van de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen de additionele vraag (1) en de uitbreidingsvraag (2)?

Hfst 6: Marktsegmentatie en positionering

A

(1) Extra aankoop van productbezitter

(2) Combinatie van de initiële vraag en de hierboven genoemde vraag

§6.1 Analyseren van de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Uit welke 3 stappen bestaat marktsegmentatie?

A
  1. Segmentatie (opsplitsen van de markt)
  2. Doelgroepbepaling
  3. Positionering

§6.2 Wat is marktsegmentatie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn 3 redenen om marktsegmentatie toe te passen?

A
  • De markten zijn heterogeen (veel onderlinge verschillen)
  • Er is veel concurrentie
  • Het is nauw verbonden met het marketingconcept

§6.2 Wat is marktsegmentatie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Marktsegmentatie is duur. Welke segmentatievoorwaarden gebruiken bedrijven om in te schatten of het de moeite waard is?

4

A
  • meetbaarheid van klantkenmerken
  • omvang van het segment (groot genoeg?)
  • bereikbaarheid van het segment
  • haalbaarheid (is het segment bewerkbaar? verwachten we gewenste respons?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de meestgebruikte criteria op basis waarvan wordt gesegmenteerd?

4

A
  • Geografie
  • Demografie
  • Psychografie
  • Gedrag

§6.3 Segmentatiecriteria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij welk segmentatiecriterium hoort de ‘gezinslevenscyclus’?

A

Demografisch

§6.3 Segmentatiecriteria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn 3 veelgebruikte variabelen in het segmentatiecriterium ‘Psychografisch’?

A
  • Persoonlijkheid
  • Lifestyle (AIO)
  • Benefit

§6.3 Segmentatiecriteria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn 3 veelgebruikte variabelen in het segmentatiecriterium ‘Gedrag’?

A
  • Verbruik
  • Merktrouw
  • Koopbereidheid

§6.3 Segmentatiecriteria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem de 3 marktbewerkingstrategiën en leg ze uit

A
  1. Ongedifferentieerde marketing (homogene producten, massamarketing)
  2. Geconcentreerde marketing (heterogene producten, één marketingmix voor één segment, niche)
  3. Gedifferentieerde marketing (heterogene producten, marketingmix per segment)

§6.4 Doelgroepbepaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem 3 postioneringsstrategieën

A
  • Boodschap koppelen aan bestaande producten waarmee de consument al vertrouwd is
  • Concurrenten positioneren
  • Positie verwerven die nog niet geclaimd is (‘what else’)

§6.5 Positionering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is perceptual mapping?

A

Onderzoek naar relatieve positie van merken ten opzichte van gewilde eigenschappen. Het resultaat kan in een positioneringsgrafiek in kaart worden gebracht.

§6.5 Positionering

17
Q

Wat is overpositionering (1) en onderpositionering (2)?

A

(1) te strak afgebakend imago wat deel van de doelgroep uitsluit
(2) te vage positie, niet onderscheidend genoeg

§6.5 Positionering

18
Q

Wat zijn de voorwaarden voor een succesvolle productdifferentiatie?

2

A
  1. Onderscheid moet voor consument duidelijk en belangrijk zijn
  2. Onderscheid moet door concurrenten moeilijk te immiteren zijn

§6.5 Positionering

19
Q
A

§6.5 Positionering