4. Koopgedrag Flashcards
Wat wordt bedoeld met het black box-model?
Hfst 4: Koopgedrag
Model waarin geen zicht is op het besluitvormingsproces van de consument en causaliteit tussen input (stimuli) en output (gedrag) dus ‘gegokt’ wordt.
§4.1 Koopbeslissingsproces
Consumentengedrag: uit welke fasen bestaat het koopbeslissingsproces?
5
Hfst 4: Koopgedrag
- Behoefte beseffen
- Informatie zoeken
- Alternatieven evalueren
- Aankoopbeslissing
- Evaluatie na de koop
§4.1 Koopbeslissingsproces
Welke externe bronnen bestaan er binnen de koopbeslissingsfase ‘informatie zoeken’?
4
Hfst 4: Koopgedrag
- Persoonlijke bronnen
- Openbare bronnen (objectief)
- Commerciële bronnen
- Ervaringsbronnen
§4.1 Koopbeslissingsproces
Wat is een evoked set in het koopbeslissingsproces?
Hfst 4: Koopgedrag
Een beperkt aantal merken dat iemand bij een koopbeslissing in overweging neemt
§4.1 Koopbeslissingsproces
Wat is overselling?
Hfst 4: Koopgedrag
Overdrijving van de waarde van je product, verhoogt de kans op cognitieve dissonantie
§4.1 Koopbeslissingsproces
Welke vormen van oriëntatie- en koopgedrag onderscheiden we en op welke kenmerken worden die ‘gescoord’?
3 + 2
Hfst 4: Koopgedrag
Vormen
1. Routinekoopgedrag
2. Beperkte besluitvorming
3. Uitgebreide besluitvorming
Kenmerken
1. Risico
2. Betrokkenheid
§4.2 Oriëntatie- en koopgedrag
Welke vorm van oriëntatie- en koopgedrag wordt gekozen voor high-involvement-producten?
Hfst 4: Koopgedrag
Voor deze producten wordt vaak uitgebreide besluitvorming gekozen
§4.2 Oriëntatie- en koopgedrag
Hoe reageer je als marketeer op de verschillende vormen van oriëntatie- en koopgedrag?
Hfst 4: Koopgedrag
- Uitgebreide besluitvorming: informatie geven over voornaamste productkenmerken en voordelen in vergelijking met andere merken
- Beperkte besluitvorming: met marketingcommunicatie inspelen op informatiebehoefte om vertrouwen in het merk te creëren
- Routinekoopgedrag: goede vergelijkbaarheid, constante kwaliteit en uitstekende service.
§4.2 Oriëntatie- en koopgedrag
Welke factoren beïnvloeden het koopgedrag van cosumenten?
3
Hfst 4: Koopgedrag
- Persoonlijke omstandigheden
- Psychologische factoren
- Sociale invloeden
§4.3 Persoonlijke omstandigheden
Welke persoonlijke omstandigheden beïnvloeden het koopgedrag van consumenten?
3
Hfst 4: Koopgedrag
- Demografische kenmerken
- Lifestyle
- Situationele factoren
§4.3 Persoonlijke omstandigheden
Welke variabelen kenmerken een lifestyle?
Hfst 4: Koopgedrag
AIO-variabelen
Activiteiten
Interesses
Opinies
§4.3 Persoonlijke omstandigheden
Welk onderscheid wordt gemaakt in zelfbeeld?
Hfst 4: Koopgedrag
- Actuele zelf
- Ideale zelf
§4.3 Persoonlijke omstandigheden
Wat is psychografie?
Hfst 4: Koopgedrag
Een analyse van de lifestyle, demografie en psychologie om inzicht te krijgen in koopgedrag
§4.3 Persoonlijke omstandigheden
Welke situationele invloeden zijn van toepassing op de koopbeslissing?
Hfst 4: Koopgedrag
- Fysieke omgeving (waar?)
- Sociale omgeving (met wie?)
- Tijd (wanneer?)
- Aankoopreden (waarom?)
- Toevalligheden (wat nog meer?)
§4.3 Persoonlijke omstandigheden
Welke psychologische factoren beïnvloeden het koopgedrag van consumenten?
5
Hfst 4: Koopgedrag
- Behoeften en motieven
- Leerprocessen
- Attitudes
- Persoonlijkheid
- Perceptie
§4.4 Psychologische factoren
Noem 3 eigenschappen van Perceptie (BLAPP)
3
Hfst 4: Koopgedrag
- Subjectief
- Selectief
- Cummulatief
§4.4 Psychologische factoren
Op welke manieren vinden Leerprocessen (BLAPP) plaats?
Hfst 4: Koopgedrag
- Stimulus-respond (instinct)
- Cognitief leren (verstand)
§4.4 Psychologische factoren
Wat zijn de dimensies van Attitude (BLAPP)?
3
Hfst 4: Koopgedrag
- Cognitief (kennis)
- Affectief (emotie)
- Conatief (gedrag)
§4.4 Psychologische factoren
Wat is de definitie van cultuur?
Hfst 4: Koopgedrag
Het geheel van waarden, ideeën, attitudes, gewoontes en symbolen die leden van een gemeenschap hebben ontwikkeld om vorm te geven aan hun levenswijze en gedrag.
§4.5 Sociale invloeden op consumentengedrag
Welke sociale klassen onderscheiden we in Nederland?
5
Hfst 4: Koopgedrag
A. Welgestelden
B1. Bovenlaag middengroep
B2. Onderlaag middengroep
C. Minder welgestelden
D. Minst welgestelden
§4.5 Sociale invloeden op consumentengedrag
Tot welke type referentiegroepen kunnen consumenten behoren?
4
Hfst 4: Koopgedrag
- Automatische groepen
- Lidmaatschapsgroepen
- Aspiratiegroepen
- Dissociatiegroepen
§4.5 Sociale invloeden op consumentengedrag
Uit welk type klanten bestaat de zakelijke markt?
4
Hfst 4: Koopgedrag
- Producenten
- Wederverkopers
- Overheid
- Non-profitorganisaties
§4.6 B2B-marketing
Noem 5 kenmerken van de zakelijke markt
Hfst 4: Koopgedrag
- Typisch gevestigd in relatief klein geografisch gebied
- Relatief klein aantal kopers
- Gaat om grote transacties
- Vraag naar industriële goederen is afgeleide van de consumentenmarkt
- Inkopers vaak onderdeel van Decision Making Unit (DMU) of koopcentrum
§4.6 B2B-marketing
Welke rollen zijn vertegenwoordigd in een DMU?
Hfst 4: Koopgedrag
- Beslisser
- Initiatiefnemer
- Gatekeeper
- Inkoper
- Gebruiker
§4.6 B2B-marketing
Welke soorten koopsituaties onderscheiden we op de zakelijke markt?
3
Hfst 4: Koopgedrag
- Eerste aankoop (new task)
- Aangepaste herhalingsaankoop (modified rebuy)
- Routinematige herhalingsaankoop (straight rebuy)
§4.6 B2B-marketing