6 _ Hygiëne & veiligheid Flashcards
Reinigen, desinfecteren en steriliseren (wat ze inhouden en waarom de volgorde belangrijk is,..)
(geen voorbeelden van producten kennen of eigenschappen van de verschillende groepen van desinfectantia)
- Hygiëne: beperking van aanwezigheid en transmissie van micro - organismen en schadelijke stoffen
- Reinigen : verwijderen van materiaal op een voorwerp of oppervlak
Doel van reinigen = het verwijderen van zichtbaar organisch materiaal en vuil. Zo vermindert het aantal micro - organismen voor de ontsmetting. Het is de basis voor een goede desinfectie en een goede sterilisatie. Het vuil is immers een bescherming voor de micro - organismen tegen desinfectie en sterilisatie en het vuil en de verontreinigingen kunnen ook chemische reacties aangaan met desinfectantia waardoor de chemische structuur van de desinfectantia kan veranderen en wat leidt tot een verminderde werkzaamheid. - Desinfecteren : ziektekiemvrij maken of het verlagen van het besmettingsniveau van materiaal of
levend weefsel. Het doodt alle pathogene micro - organismen met uitzondering van sporen. - Steriliseren : alle micro - organismen en sporen doden
begrippen
- Desinfectans
- Antisepticum
- Microbiota
- Biofilm
Desinfectans
Een ziektekiemdodend middel of ontsmettingsmiddel
- Een stof die door haar chemische structuur in staat is mo, maar niet noodzakelijk sporen, op
of in materiaal te doden zonder schade aan te richten aan dit materiaal
Antisepticum
Deze term wordt enkel gebruikt voor deze antimicrobiële middelen die voldoende vrij zijn
van toxische effecten die lokaal op de huid en op wonden kunnen aangebracht worden
Microbiota
Residente micro - organismen : behoren tot de normale huidflora
Transiënte micro - organismen : behoren niet tot de normale huidflora
- Blijven na aanraking met persoon of voorwerp achter op de huid
Biofilm
Micro - organismen die vastgehecht zijn aan een inert of levend oppervlak en ingesloten zijn in slijm dat ze
zelf produceren
Factoren die de werking van een desinfectans kunnen beïnvloeden + uitleg
Temperatuur
- Stijging zorgt voor hoger metabolisme van de kiemen waardoor ze gevoeliger zijn voor desinfectantia
Concentratie van desinfectans
- Negatieve correlatie tussen de gebruiksconcentratie en inwerkingstijd
pH milieu
- Kan invloed hebben op chemische structuur van het desinfectans als ook een wijziging in het
celoppervlak van bacteriën
Organisch materiaal
•-Bloed, etter, faeces,… kunnen een chemische reactie aangaan met desinfectans waardoor er
minder product over is voor de vernietiging van de mo
- Ontsmettingsbakken regelmatig verversen voor achtergebleven organisch materiaal
- Vooraf reinigen, voorkomen van het negatief effect van organisch materiaal
Waterhardheid
- Vooral kwaternaire ammoniumverbindingen en iodoforen zijn gevoelig aan magnesium en calcium aanwezig in water
Lokalisatie en aantal micro - organismen
- Hoe minder micro - organismen, hoe efficiënter de desinfectie
- Goede reiniging doen van alle hoeken en spleten
Aard van micro - organismen
- Gevoelige mo of niet
- Rekening houden met de resistentie die het mo kan opbouwen tegen de ontsmettingsmiddelen
Het te ontsmetten oppervlak
- Gladde oppervlakken zijn beter te reinigen en te ontsmetten dan ruwere
- Opletten voor uitglijden
Persoonlijke hygiëne (handhygiëne/PPE!!!)
Handhygiëne
- Belangrijkste om risico van overdracht van pathogenen te verminderen
- Is de verantwoordelijkheid van elk individu betrokken bij diergeneeskundige zorg
- Goede handhygiëne doodt, inactiveert of verwijdert micro - organismen aanwezig op de huid en zorgt voor een gezonde huid en barrièrefunctie
- Vindt plaats voor en na contact met patiënt, na blootstelling aan lichaamsvloeistof patiënt,
voor aandoen en na uitdoen handschoenen, na toiletgebruik en voor eten
- Handdesinfectie geeft hogere reductie van mo dan handreiniging alleen
- Handreiniging : verwijderen met water en zeep van vuil en een deel van de transiënte microbiota op de handen
- Handdesinfectie : door middel van een handalcohol snel reduceren van de transiënte en residente microbiota
- Handverzorging : handen in goede conditie houden (korte nagels, aanbrengen handcrème)
PPE : Personal Protective Equipment Werkkleding - Bedek steeds de eigen kleding - Elke dag verschonen - Goed reinigbare schoenen - Afhankelijk met welke micro - organismen er wordt gewerkt Mondmaskers Zakdoeken - Papieren zakdoeken - Na gebruik weggooien en handen reinigen Sierraden - Geen sierraden toegelaten
Wat is het verschil tussen RMA en niet - RMA (en geef per groep enkele voorbeelden)
RMA : Risicohoudend Medisch Afval
Afvalstoffen die en bijzonder risico inhouden doordat zij een microbiële en/of virale besmetting, vergiftiging of verwonding met zich kunnen meebrengen of die om ethische redenen een bijzondere behandeling vereisen
- Alle bloed en bloedderivaten (tubes, bloedzakken)
- Viraal of bacterieel besmet materiaal
- Afval van een geneeskundige behandeling van een mens of dier met een besmettelijke ziekte
- Scherpe voorwerpen zoals scalpels, naalden, draagglaasjes, medicijnflesjes, etc.
- Cytostatica (tumorremmende middelen) en alle afval van cytostaticabehandelingen
- Anatomisch afval, pathologisch afval, orgaandelen
- Oude, vervallen geneesmiddelen
Niet - RMA : Niet Risico houdend Medisch afval
Heeft geen bijzonder risico, is vergelijkbaar met
huishoudelijk afval, maar is door de samenstelling of waardebeleving niet huishoudelijk afval
- Verbanden, tissues, wegwerpdoeken, operatielakens
- Operatiekledij, operatiehandschoenen, maskers, mutsen, schorten (ok wanneer er lichaamsvochten op hangen of kleine hoeveelheden bloed
- Katheders, lege bloedzakken
- Sondes
- Spuiten zonder naald
- Gipsafval en afval van kunststofgipsen
Fysische gevaren van het beroep
- Beten/krabben
- Scherpe voorwerpen (naaldcontainer/recappen)
Beten en krabben
- Trachten te voorkomen door correct te hanteren en ervaring
- Wonde reinigen en ontsmetten
- Eventueel bloedingen stelpen
- Tetanusvaccinatie
- Bij serieuze wond arts contacteren
- Is met het dier alles goed?
Scherpe voorwerpen
- Niets laten rondslingeren
- Opletten bij het reinigen van het materiaal
- Materiaal in de juiste afvalcontainers op de juiste manier
- Europese richtlijnen
Recappen is verboden
Veilige naaldsystemen moeten beschikbaar zijn
Allergieën zijn erkend als beroepsziekte ! Het volledige verhaal !
- Hoe ontstaan allergieën
- Proefdierallergie of LAA is een overdreven reactie van ons afweermechanisme op proefdierallergenen
- Reactie op huidschilfers, urinebestanddelen, beddingmateriaal, stof… - Wat is een allergie
- Overdreven reactie van het afweersysteem van ons lichaam op antigenen
- Antigenen zijn lichaamsvreemde stoffen, meestal eiwitten, die het vermogen hebben in ons lichaam antistoffen op te wekken en met deze een binding aan te gaan
- Antistoffen of antilichamen zijn beschermingsstoffen in het bloedserum die in het organisme worden gevormd als specifieke reactie op antigenen die het lichaam zijn binnengekomen. De antistof bindt met het antigeen waardoor de (schadelijke) werking van die laatste wordt tenietgedaan
- Allergenen zijn antigene stoffen die bij daartoe gevoelige personen allergische verschijnselen
veroorzaken - Reactiemechanismen
Eerste contact
- Herkenning van antigeen als zijnde lichaamsvreemd en aanmaak van de eerste
antistoffen (niet van toepassing bij niet-allergische personen)
Tweede contact
- Antigeen bindt aan de bestaande antistoffen
- Reactie van bepaalde cellen (mestcellen) met vrijgave van histamine
- Histamine geeft dilatatie van de bloedvaten
- Hierdoor reactie mogelijk op verschillende plaatsen (huid, neus, ogen,..) - Bronnen van allergie
Primaire bronnen
- Urine eiwitten zijn de belangrijkste bron van blootstelling aan allergenen (MUP: Muis Urine Proteïnen – RUP: Rat Urine proteïnen)
- Specifieke proefdierallergenen : in uitgevallen haar, pels, speeksel, epitheel en serumeiwitten
Secundaire bronnen
- Beddingmateriaal waarin de primaire bronnen zijn terechtgekomen
- 60 minuten zweven – lange afstand afleggen - Opnamewegen
- Gewoonlijk via de luchtwegen: opname van de allergenen door inademing
- Slijmvliezen: ogen, neus
- Huid : mogelijk na contact met blootgestelde intacte huid (staart rat) of na beschadiging huid via snij-, bijt- of krabwonde of na naaldprik - Symptomen
Rhino - conjunctivitis (Neus, ogen)
- Onmiddellijk na contact
- Niezen
- Neusverstopping en neusloop
- Jeukende, waterige, rode ogen
- Komt voor bij 80% van de werknemers met allergische symptomen
Dermatitis (huid)
- Papels, netelroos
- Jeukende huid
- Komt voor bij 40% van de werknemers met symptomen
Astma
- Na enkele uren contact
- Moeilijk ademen, hoesten
- Bronchiale slijmvorming
- Piepende ademhaling, beklemming op de borst, prikkelhoest door spasme (vernauwing) van de kleinere luchtwegen
- Komt voor bij 20 - 30 % van de werknemers met symptomen
Anafylaxie
- Zeer ernstige veralgemeende allergische reactie
- Dilatatie van de perifere bloedvaten, roodheid van de huid, bloeddrukval, benauwdheid, bewusteloosheid en shock - Diagnose
- Leefgeschiedenis
- Bloedonderzoek
- Huidtesten - Preventie
- Dieren verder uit elkaar
- Ander beddingmateriaal (papiersnippers)
- Andere methode van reiniging
- Luchtverversing
- Aparte kleding voor contact met dieren
- Huid beschermen : handschoenen; wegwerpjas met lange mouwen, haarnetjes,…
- Speciale allergie maskers lucht
Wat zijn zoönosen en geef verschillende voorbeelden (zorg dat je weet wat de virussen/bacteriën/schimmels zijn en van welke dieren je ze kan krijgen).
Lyme disease zal niet gevraagd worden
Zoönose
Ziekte van dieren op mens overgebracht
Dieren hoeven geen symptomen te vertonen (zijn subklinische dragers)
Krabletsels
- KAT: Kattenkrabziekte: bacterie Bartonella henselae
- Bij mensen met een goede weerstand -> onschuldige ziekte -> vanzelf overgaan
- 1/3 patiënten gaat de ziekte in de eerste dagen tot weken wel gepaard met koorts, hoofdpijn
en algemene ziekteverschijnselen
Bijtwonden
- Mondflora : onder andere Pasteurella (bacterie)
- Hondenbeet : oppervlakkig
- Kattenbeet : diep!
- Indien ontsteking : rood, dik, warm en pijnlijk
Rattenbeetkoorts
- 2 bacteriën: Streptobacillus moniliformis en Spirillum minus
- Contact met urine van een rat
- Via bijtwonden (kan normale mondflora)
- Enkel weken later; koorts, gewrichtspijnen, braken, huidirritatie, kleine bloedingen
- Indien niet behandeld : herhaalde koortsaanvallen
- Reageren goed op antibiotica
Rodentiose
- Knaagdierenziekte
- Bacterie Yersinia pseudotuberculosis
- Vooral in darmlymfeknopen : koliek (pijnlijke darmkrampen) (chirurgie: appendicitis ?!)
- Bij vogels en knaagdieren : bloedvergiftiging (wat kan / zal lijden tot dood)
Rattenziekte
- Leptospirose/ziekte van Weil
- Vooral bij wilde ratten
- Via huid of slijmvliezen binnendringen van urine, secreties (speeksel)
- Zeer besmettelijk
- Koorts, hoofdpijn, spierpijnen : griepachtige symptomen
- Soms huiduitslag en ontsteking van oogbindvlies (conjunctivitis)
- Wegens hoge besmettelijkheid : vernietigen beddingmateriaal en eventueel de kooien
- Proefratten niet in contact brengen met wilde ratten
Katrienewiel (schimmelinfectie)
- Cirkel met rode rand en in het midden schilferige huid
- Behandeling : handen goed wassen
- Veel dragers
Hantavirus
- Familie Bunyaviridae
- Voornamelijk wilde ratten en andere knaagdieren
- Laboratten meestal getest
- Symptomen: koorts, hoofdpijn, spierpijn, oogontsteking, braken, diarree, hoesten, draaierigheid later nierfalen en/of ademhalingsproblemen en eventueel sterfte
- Overdracht door contact met faeces en bijten
Encephalitozoönose
- Encephalitozoön cuniculi
- Konijn : nieren en hersenen
- Mensen : problemen met immuniteit bv HIV/aids : oogontsteking, sinusitis, leverletsels