5.8 anatomie bewegingsapparaat romp & axiaal skelet Flashcards
functioneel dilemma
dilemma tussen mobiliteit en stabiliteit (in de wervelkolom)
verbinding wervels
- facet gewrichten
- tussenwervelschijven (discus vertebralis)
- ligamenten
lordose
holling (richting rugzijde)
kyphose
bolling (richting buikzijde)
cervicale wervels
maken rotatie en retroflexie mogelijk
thoracale wervels
maken lateraalflexie mogelijk
lumbale wervels
maken flexie en extensie mogelijk
disculus vertebralis
Bestaan uit nucleus pulposus met daaromheen anulus fibrosus. Hebben rubberachtige eigenschappen waardoor ze bij vervorming vanzelf terug gaan naar originele staat.
hernia nucleus polposus
Als de nucleus polposus uitsteekt en daarbij een zenuw raakt.
lig. longitudinale anterius en posterius
Lopen anterior en posterior van het corpus. Deze ligamenten bevatten rekreceptoren die het lichamelijke systeem informeert over de stand van de wervels t.o.v elkaar.
extrinsieke (rug)spieren & (thorax)spieren
rugspieren die geen beweging in de rug veroorzaken maar in bv de arm. (m. latissimus dorsi, m. trapezius, m. levator scapulae, m. rhomboideus)
intrinsieke (rug)spieren
veroorzaken beweging in de rug zelf. ( m. erector spinae)
functies thorax
ademhaling en bescherming van het hart en de longen.
thorax
De bovenste zak boven het diafragma.
buikholte
De zak onder het diafragma.