5.4 histologie spierweefsel Flashcards
1
Q
skeletspierweefsel
A
- dwarsgestreept
- snelle contractie
- contractie onder invloed van wil
- duidelijk bandenpatroon
- multinucleair (door fusie)
- kernen zijn perifeer gelegen
2
Q
hartspierweefsel
A
- dwarsgestreept
- snelle en ritmische contractie
- contractie niet onder invloed van wil
- duidelijk bandenpatroon
- mononucleair
- centraal gelegen kern
- intercalairlijnen tussen cellen
3
Q
glad spierweefsel
A
- langzame contractie
- contractie niet onder invloed van wil
- spoelvormige cellen
- diagonaal geordend
- mononucleair
- centraal gelegen kern
- myofilamenten liggen kris-kras door de cel
- communiceren onderling door gap junctions.
4
Q
fascikels (skeletspierweefsel)
skeletspierweefsel
A
bundel spiercellen (spiervezels)
5
Q
sarcolemma
A
celmembraan van spiercellen
6
Q
skeletspiercellen
A
- lange, cilindrische, meerkernige cellen (dwarsstreping)
- meerkernigheid a.g.v fusie van voorlopercellen
- ovale kernen in de periferie van spiervezels hebben een schuine verbinding en vormen een groot oppervlak
- sterkte kleuring door eiwitten (myofilamenten)
7
Q
epimysium
A
onregelmatig vezelig bindweefsel om gehele spier
8
Q
perimysium
A
vezelig bindweefsel om een fascikel
9
Q
endomysium
A
reticulair om een spiervezel
10
Q
Wat zijn de functionelen kenmerken van spierbindweefsel
A
- spierkracht doorgeven naar andere spiervezels
- bevestiging aan andere botten & weefsels
- begeleiden van bloed, lymfevaten & zenuwen
- pees- spieraanhechting
11
Q
sarcomeer
A
myosinefilament wordt omgeven door 6 actinefilamenten. Van Z-lijn tot Z-lijn.
12
Q
A- band
A
waar myosine en actine gebonden zijn
13
Q
I- band
A
alleen actine filamenten, verdwijnt tijdens contractie
14
Q
H - band
A
alleen myosine
15
Q
Z-lijn
A
midden in I- band, actine filamenten zijn hier gebonden aan een eiwit