5. Integreren Flashcards

1
Q

Wat is een primitieve van de functie f(x) = axn

A

De primitieve van f(x) = axn is F(x) = a/n+1 xn+1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een primiteve van de functie f(x) = aebx

A

De primiteve van f(x) = aebx is a/b*ebx

Merk hier op dat de macht hetzelfde blijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Alle primitieven dienen als antwoord gegeven te worden wat schrijven we hierom achter een onbepaalde integraal?

A

De intergatieconstante c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

f(x)=1/x met een x< dan 0 is de afgeleide?

A

f(x)=1/x met een x<0 is F(x)=ln (-x) +c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de primitieve van §sin(x)dx?

A

Wat is de primitieve van §sin(x)dx dit is -cos(x)+c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de primitieve van §ex dx?

A

Wat is de primitieve van §ex​ dx= ex+c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voor x>0 geldt dat §1/x dx =

Voor x<0 geldt dat §1/x dx =

A

Voor x>0 geldt dat §1/x dx = ln(x)+c

Voor x<0 geldt dat §1/x dx = ln(-x)+c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly