3. Goniometrische functies en vergelijkingen Flashcards
sin(σ)=
sin(σ)= lengte overtsaande zijde/ lengte schuine zijde
sin(σ) = BC/AB = a/c
cos(σ)=
cos(σ)= lengte aanliggende zijde
cos(σ) = AC/AB = b/c
tan(σ)=
tan(σ) = lengte overstaande zijde/ lengte aanliggende zijde
tan(σ) = BC/AC = a/b
Wat is de sin(45º)?
1/2√2
Wat is cos(30°)?
1/2√3
Wat is sin(90°)?
1
Wat is cos(60°)?
1/2
wat is tan(60°)?
√3
xp=cos(σ) en yp=sin(σ)
tan(σ) is dan
tan(σ)= sin(σ) / cos(σ)
Hoe ziet de eenheidscirkel eruit in radialen?
Hoe ziet de eenheidscirkel eruit in graden?
Een driehoek is altijd gelijk aan hoeveel graden?
180°
Wat moet in iedergeval bekend zijn om de sinus regel toe te passen?
In ieder geval een zijde met tegenoverliggende hoek
Waar snijdt de grafiek van de sin(x) de y-as? En cos(x)
sin(x) op 0 en cos(x) op 1
Wanneer bestaat tan(t) niet?
Als cos(t) is 0 want tan(t)=sin(t)/cos(t) en delen door 0 gaat niet.