§5 - Geheugen Flashcards

1
Q

De drie functies van het geheugen

A
  1. Coderen: De eerste elementaire functie van het geheugen.
    Omzetten van informatie in een vorm die het beste in het geheugensysteem past. Begint met het selecteren van stimulus.
  2. Opslaan: De tweede elementaire functie van het geheugen. Heeft te maken met het langdurig bewaren van gecodeerd materiaal.
  3. Terughalen : De derde elementaire functie van het geheugen. Heeft te maken met het lokaliseren en weer in het bewustzijn terugbrengen van informatie uit het geheugen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drie stadia die je geheugen doorloopt voor herinneringen

A
  1. Sensorisch geheugen: waar informatie enkele seconden wordt opvangen via onze zintuigen: ook sensorisch register genoemd
  2. Korte termijn geheugen/werkgeheugen: waarin we enkele seconden tot enkele minuten informatie kunnen vasthouden, bijv. een telefoonnummer dat we net gehoord hebben
  3. Lange termijn geheugen: Dit is het geheugen waarin we informatie voor een langere tijd kunnen opslaan. Het kan gaan om gebeurtenissen uit ons leven, feiten of concepten die we hebben geleerd, of motorische vaardigheden die we hebben ontwikkeld.

o Expliciet-/declaratief geheugen:
Bewuste geheugen waarmee we ons specifieke gebeurtenissen of feiten kunnen herinneren.

    o Episodisch geheugen (voor gebeurtenissen uit ons leven)
    o Semantisch geheugen (voor feiten en concepten)

o Impliciet-/niet-declaratief geheugen:
Onbewuste geheugen waarmee we motorische vaardigheden, gewoonten en conditioneringen kunnen opslaan en gebruiken zonder er bewust aan te denken.

  o Procedureel geheugen (motorische vaardigheden)
  o Priming
  o Conditionering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Priming

A

Een methode die bestaat uit het aanbieden van cues die het terughalen van (impliciete) herinneringen stimuleren zonder dat je dat beseft. Het bewustzijn wordt gemakkelijker gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Elaboratie

A

Aan de hand van een patroon of betekenis opslaan. Wordt in verband gebracht met materiaal dat al opgeslagen is (de informatie wordt in verbinding gebracht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Herinneringscues

A

Stimulus die wordt gebruikt om een herinnering in het bewustzijn te brengen of om gedrag te activeren. Nodig voor een succesvolle zoekactie door middel van goede mentale herinneringscues /zoektermen om een herinnering terug te halen. (zoals geur of emotie).

Je geheugen kan falen als de herinneringscue niet goed geformuleerd is (associaties/type).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Twee methoden voor het terughalen van expliciete herinneringen uit het geheugen

A
  1. Ophalen = Open vragen. Herinneringsmethode waarbij iemand eerder aangeboden informatie reproduceert met behulp van minimale herinneringscues.
  2. Herkenning = Meerkeuzevragen. Herinneringsmethode waarbij iemand aangeboden stimuli identificeert als informatie de hem al eens eerder is aangeboden. Meer kans op herkenning.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Drie factoren die van invloed zijn op het terughalen van herinneringen

A
  1. Specificiteit van codering: Principe dat herinneringen worden gecodeerd en opgeslagen
    samen met specifieke cues die verband houden met de context waarin ze werden gevormd. Hoe beter de herinneringscues overeenkomen met de cues die aanwezig waren op het moment van opslag, hoe beter je je iets herinnert.
  2. Stemming en herinnering: Een herinneringsproces dat selectief herinneringen ophaalt die overeenstemmen (congruent zijn) met iemands stemming.
  3. Prospectief geheugen: Het aspect van het geheugen dat iemand in staat stelt zich te herinneren dat hij een bepaalde actie moet uitvoeren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zeven zonden van het geheugen

A
  1. Vluchtigheid
  2. Verstrooidheid
  3. Blokkering
  4. Foutieve attributie
  5. Suggestibiliteit
  6. Bias
  7. Ongewenste persistentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Priming

A

Techniek waarmee impliciete herinneringen worden voorzien van een label (cue) dat het terughalen van die herinneringen stimuleert, zonder dat de persoon zich bewust is van het verband tussen het label en de teruggehaalde herinnering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly