§12 - Psychische stoornissen Flashcards
Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM IV of V)
Een classificatiesysteem voor psychische stoornissen. Het bevat diagnostische criteria voor verschillende soorten psychopathologieën (stoornissen) zoals:
- stemmingsstoornissen
- angststoornissen
- eetstoornissen
- persoonlijkheidsstoornissen
- aanpassingsstoornissen
Doel: uniforme en gestandaardiseerde criteria te bieden voor de diagnose van psychische stoornissen, zodat professionals in de geestelijke gezondheidszorg gemakkelijker kunnen communiceren en vergelijken over verschillende patiënten.
Drie klassieke symptomen bij psychopathologie
- Hallucinaties (zoals een film, kleuren, sensaties. Het brein gaat zelf plaatjes maken. Ook blinde mensen kunnen dit hebben)
- Wanen (iets wat je ziet én denkt, bijvoorbeeld dat mensen achter je aan zitten of een belangrijke taak hebt op deze wereld (napoleon zijn). Dit zijn dwangmatige dingen. Visuele beelden en gedachtes die je hebt.
- Affect (gestoord gevoelsleven: geen emoties, erg angstig of manisch). Onafgebroken energiestroom.
Nadelen DSM-classificatie
- Het plakken van etiketjes
bij een paar symptomen kreeg iemand al een stempel - Er werd alleen geclassificeerd, er werd geen oorzaak beschreven
(dit was ook het doel, enkel classificeren) - Probeert alles te vatten in een overwegend systeem
- Neiging vanuit de psychologie om alles in te vullen/te diagnosticeren
- Banden tussen auteurs en farmaceutische industrie
International Statistical Classification of Diseases and Related Health Problems (ICD)
Nieuwe poging om alles van de DSM onder te vatten, maar de categorieën lopen uit en niemand is tegenwoordig gezond meer. We leven in periode dat alles opgelost moet worden en bij elk lijstje behoort medicatie dat geschikt is.
Behandeling van depressie
- Praten/psychotherapie
- Lichttherapie (bij de winterdip)
- Elektroshock (het moest herhaaldelijk gebeuren) - Magnetische hersenstimulatie
- Anti depressiva
- Looptherapie
- Alternatieve geneeswijzen
- Mindfulness (je laat je gedachten gaan),
- ACT ( je hebt gedachten maar je bent ze niet)