§1 - Geest, Gedrag en psychologische wetenschap Flashcards

1
Q

Zes belangrijkste perspectieven uit de psychologie

A
  1. Biologisch perspectief
  2. Cognitief perspectief
  3. Behavioristisch perspectief
  4. Whole-person perspectief
  5. Ontwikkelingsperspectief
  6. Sociaal-cultureel perspectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Biologisch perspectief
A

Descartes 17e eeuw

Perspectief dat onderzoekt hoe biologische processen en mechanismen, zoals de hersenen, het zenuwstelsel, hormonen en genetica, ons gedrag, emoties en denken beïnvloeden.

o Evolutionaire psychologie
Survival of the fittest, overerving: wie past zich het best aan

o Neurowetenschappen
Gedrag/gevoel komt overeen met bepaalde hersenactiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Cognitief perspectief
A

Wilhelm Wundt 19e eeuw

Perspectief dat zich richt op hoe mensen informatie verwerken, opslaan en ophalen. Het onderzoekt hoe we kennis opdoen, onze aandacht richten, problemen oplossen en beslissingen nemen.

Structuralisme: gebaseerd op de periodieke tabel met elementen van bewuste ervaring, zoals:
 Denken
 Geheugen
 Aandacht
 Emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Behavioristisch perspectief
A

John Watson/John Locke 20ste eeuw

Ieder mens begint als tabula rasa (lege bladzijde).

Onderzoek naar hoe omgevingsinvloeden en externe stimuli ons gedrag beïnvloeden. Gedrag van mensen (en dieren) wordt gevormd door conditionering en leren, en alle gedragingen kunnen worden verklaard door de stimuli en de responsen.

Onderzoek naar hoe verschillende soorten beloningen, straffen en bekrachtigers invloed hebben op het gedrag van mensen.

In het behavioristisch perspectief worden interne processen zoals gedachten, emoties en mentale toestanden vaak genegeerd omdat ze niet direct waarneembaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Whole person perspectief
A

Het whole-person perspectief is een benadering in de psychologie die zich richt op de hele persoon in plaats van alleen op specifieke aspecten of delen ervan. Interactie tussen biologische, psychologische, sociale en culturele factoren, mensen kunnen niet worden begrepen door slechts één enkele factor te onderzoeken. Het omvat daarom alle aspecten van een individu, inclusief hun cognitieve, emotionele, spirituele en fysieke welzijn.

Drie richtingen:

  1. Psychodynamische psychologie - Freud 19e eeuw

Het idee van de “dynamiek” van de psyche: onze innerlijke ervaringen veranderen voortdurend en worden beïnvloed door conflicten tussen onze onbewuste en bewuste geest.

Door het onderzoeken en begrijpen van onze onbewuste gedachten en emoties, kunnen we onze innerlijke conflicten oplossen en ons gedrag veranderen.

o Eros (levensdrift/levenslust)
o Thanatos (doodsdrift/doodsangst)
o Droomanalyse en hypnose

  1. Humanistische psychologie - Maslow en Rogers 20e eeuw

Positief beeld van psychologie als reactie op Freuds duisterheid.

De eigen ervaringen van een persoon, zijn individuele belevingen en gedachten vormen het uitgangspunt bij het begrijpen van gedrag. Dit verschilt duidelijk van het behaviorisme, waarin eigen ervaringen niet bestudeerd worden.

Ontwikkeling van persoonlijke groei, zelfbewustzijn en zelfvertrouwen, waarbij de focus ligt op het hier en nu en de ervaringen van het individu. !Mensen hebben een vrije wil!

  1. Karaktertrekken en temperament - De oude Grieken

Individuen kunnen worden begrepen in termen van hun temperament en blijvende karaktertrekken. De kenmerken blijven met de tijd en in alle situaties consistent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Ontwikkelingsperspectief
A

Ainsworth en Piaget 20ste eeuw

Mensen veranderen als gevolg van een interactie tussen erfelijke eigenschappen en de omgeving.

Het benadrukt het belang van verschillende factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van een individu, zoals biologische, psychologische en sociale factoren, en kijkt ook naar de invloed van verschillende contexten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Sociaal-cultureel perspectief
A

Millgram 20ste eeuw, Zimbardo 20ste en 21ste eeuw

Perspectief dat zich richt op hoe sociale en culturele invloeden ons gedrag, emoties en denken beïnvloeden. Het onderzoekt hoe normen, waarden, attitudes en overtuigingen van onze gemeenschappen en culturen ons vormen en beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zes vaardigheden voor kritisch denken

A
  1. Wat is de bron
    is er financieel gewin en heeft de auteur expertise
  2. Is de bewering redelijk of extreem?
    buitengewone beweringen hebben buitengewoon bewijs nodig
  3. Wat is het bewijsmateriaal?
    wetenschappelijke onderbouwing is nodig voor generaliseerbaarheid
  4. Conclusie bias
    krijgen de onderzoekers bijv. geld of sponsering voor de onderzochte medicijnen?
  5. Worden veel voorkomende denkfouten vermeden?
    foutieve aannames door verbanden te zien tussen twee losse dingen
  6. Zijn voor oplossing van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
    vaak dient een probleem vanuit verschillende perspectieven bekeken te worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly