5 Flashcards

1
Q

Wat is het situation model van Kintsch

A

Mentale representatie die je maakt van een concrete tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke 3 niveaus bestaat het situation model

A
  1. Oppervlakteniveau:
    Letterlijke weergave van de gelezen tekst
    als je een tekst leest en leert hem uit het hoofd en nul begrip hebt van wat je leest (engels talig liedje waarvan je de tekst kent maar niet weet waarover het gaat)
  2. Text base-niveau:
    Lezer doet feitenkennis op = Onthouden (alle informatie die je uit de tekst haalt is af te leiden uit te tekst geen inferenties) paarse huid is gevolg van ziekte
  3. Situatiemodel-niveau:
    Koppeling nieuwe informatie uit de tekst met bestande voorkennis diepgaand verwerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is relationele coherentie en cohesieve elementen

A

Samenhang die ontstaat doordat lezers tussen tekstdelen betekenisrelaties leggen: coherentierelaties. Bijvoorbeeld:
Tegenstelling
“Sinterklaas houdt van drop. Piet heeft liever zuurtjes.”
Cohesief element: want, omdat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn implicaties van tekstontwerp bij weinig en veel voorkennis

A

*Weinig voorkennis: –veel uitleg => de lezer is niet goed in staat om inferenties te maken => uitleg moet aansluiten bij ‘proximal zone’
– veel inleidende structuur en markeringen
*Veel voorkennis: –minder uitleg => zorg dat de lezer niet lui kan zijn, maar dat hij inferenties gaat maken => ook hier: sluit aan bij ‘proximal zone’
– minder inleidende structuur en markeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een advanced organiser

A

Ten eerste, ten tweede, ten derde
Er worden 3 teksten besproken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Proximal zones of development (Vygotski)

A

Een tekst moet net boven de voorkennis van de lezer liggen zodat hij makkelijk nieuwe informatie kan koppelen aan bestaande schema’s
Wanneer hij er t ever boven ligt lukt dat niet omdat het te veel cognitieve capaciteiten kost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer leer je volgens Kintsch het best

A

De tekst moet aansluiten bij de voorkennis van de lezer dus bij veel voorkennis mag het een uitdagende tekst zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is coherentie

A

Samenhang in de representatie van de tekst
Helpt de lezer bij het maken van een mentale representatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kan de schrijver doen om te zorgen dat verwerking op niveau Sitatuation Model plaatsvindt? (ook bij weinig voorkennis)

A

”Geef goede instructies / introductie”
Bijvoorbeeld verbaal: “Doe tijdens het lezen je uiterste best om je zo levendig mogelijk alle situaties en gebeurtenissen uit het verhaal voor te stellen.”
Positief effect op begrip, vooral voor zwakkere lezers!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is het het wel waard om extra inspanning te doen om je situation model up to date te houden en wanneer niet

A

Ja: de lezer gebruikt wereldkennis om gaten te dichten en verwerkt het dieper
Nee: de tekst is te lastig en verwerking lukt niet
Afhankelijk van de kwaliteiten/voorkennis lezer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is content overlap

A

Er moet overlap zijn met wat de mensen al weten en wat je schrijft je moet er alleen nog een stukje nieuwe informatie aan toevoegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom zou een afbeelding helpen bij narratieve teksten

A

Meer kans dat het juiste schema wordt geactiveerd voordat je begint aan een tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg dit uit uit het onderzoek van Wassenberg: Lezers slagen er niet altijd in om tot het situatie-model te komen bij het lezen van een(narratieve)
tekst”. Dat heeft twee redenen

A
  1. Hun leesvaardigheidis onvoldoende
  2. Omdathet ontwerpvan de teksttekortschiet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wassenberg zegt dat Bij een goed geschreven tekst houden mensen hun situation-model up-to date naarmate de tekst vordert wanneer is dat een uitdaging

A

Als het verhaal zich plots verplaatst naar een andere plek
Als er in het verhaal een sprong wordt genomen in de tijd
Als causaliteit onduidelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar ging het onderzoek van Wassenberg over

A

Wat is het effect van het tonen van een afbeelding voor het lezen op tekstbegrip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat waren de variabelen

A

Onafhankelijke variabele:
–Aanwezigheid plaatje voorafgaand aan tekst wel aanwezig / niet aanwezig
* Afhankelijke variabelen:
–Tekstbegrip: 8 begripsvragen (4 voor text-base, 4 voor situation model–Oogbewegingen: Total Visit Duration (TDV)
* Staat men vooral stil bij nieuwe concepten? => Text-base processing!
* Staat men vooral stil bij temporele en ruimtelijke veranderingen? => Situation-model processing

7
Q

Wat was het resultaat van het onderzoek van Wassenberg

A

Een plaatje zorgt ervoor dat de verwerkingscapaciteit wordt verdeeld over text base en situational model (niet alleen onthouden van begrippen maar ook toepassen in verschillende contexten)
Zonder plaatje was het vooral text based
Dit leidde niet tot beter scores van begrip

8
Q

Wat zijn tekortkomingen van het onderzoek

A

Weinig vragen?
* Relatief klein aantal proefpersonen?
* Er is slechts één tekst gebruikt?
* Het gebruik van één afbeelding leidt tot subtiel effect?
Simpele tekst