4.5 Flashcards
1
Q
soortvorming door reproductieve isolatie
A
er vindt lange tijd geen voortplanting plaats tussen individuen van verschillende populaties
2
Q
allopatrische soortvorming
A
door geografische isolatie
vb bergketen, rivieren
3
Q
sympatrische soortvorming
A
zonder geografische isolatie
vb verschil leefwijze, baltsgedrag, seksuele selectie
4
Q
eilandtheorie
A
het aantal soorten op een eiland wordt bepaald door immigratie en extinctie
evenwicht: even groot
afstand eiland - vasteland beïnvloedt immigratie
grootte van eiland beïnvloedt extinctie
5
Q
polyploïdie
A
een meervoud van het diploïde aantal chromosomen in een deel van een organisme
ontstaat doordat iets misgaat tijdens mitose