4.3 Flashcards
1
Q
evolutie
A
de ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen
2
Q
neodarwinistische evolutietheorie
A
gaat uit van genetische variatie, natuurlijke selectie en soortvorming door reproductieve isolatie
3
Q
genetische variatie
A
door mutaties en recombinatie verschillen individuen van dezelfde soort van elkaar
4
Q
natuurlijke selectie
A
individuen met een betere adaptatie hebben een grotere overlevingskans
5
Q
fitness/voortplantingssucces
A
van individuen met gunstig genotype zullen meer nakomeling in leven blijven, en dus meer van zijn in volgende generaties