4.3 Flashcards

1
Q

Ideologie

A

Een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden, meestal uitmondend in ideeën over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke verhoudingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 aspecten van politiek

A

1- gespecialiseerde en gezaghebbende (overheids) instellingen
2- processen waarlangs conflicten worden opgelost en waardevolle zaken worden verdeeld of beslissingen worden genomen
3- het beleid hoe de samenleving eruit zou moeten zien en welke middelen daarvoor nodig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 politieke dimensies

A

1- links-rechts: hoeveel moet de overheid zich bezig houden met het sturen van de economie
2- progressief-conservatief: vooruitgangsdenken vs behoud van tradities
3- materialisme-postmaterialisme: nadruk op materialistische of immateriële zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

3 belangrijke ideologieën

A

1- socialisme/sociaaldemocratie: gelijk(waardig)heid en een sterke rol van de overheid om dit te Realiseren
2- liberalisme: individuele rechten en individuele vrijheden wat gepaard gaat met eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
3- confessionalisme: christelijke waarden, samenwerking in maatschappelijke verbanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 vragen die ideologieën moeten beantwoorden

A

1- politiek: hoe moet de macht in een samenleving verdeeld worden.
2- economisch: hoe moeten goederen geproduceerd en verdeeld worden?
3- sociaal-cultureel: hoeveel vrijheid hebben mensen om af wijken van collectieve partijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Single-issue party

A

Een partij die zich richt op één onderwerp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly