4.2 medicijnen Flashcards

1
Q

medicatie

A

farmacotherapie is behandeling van ziekten en aandoeningen met geneesmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vrij verkrijgbare medicijnen

A

geen medicijn van een arts nodig om te kopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

recept

A

een recept waar je medicijnen mee kan kopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

specialist

A

iemand die zich heeft gespecializeerd in een bepaald beroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bijsluiter

A

een text met waarschuwingen enzovoorts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bijwerkingen

A

Bijwerkingen zijn ongewenste of onbedoelde effecten die optreden bij een medische behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

capsule

A

Een capsule is een omhulsel, veelal van gelatine, waarin een medicijn of voedingssupplement afgepast is voor gebruik door de patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

injectie

A

Een injectie is een toedieningsvorm van medicamenten met behulp van een injectiespuit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zetpil

A

een zetpil, suppositorium of suppositoire is een vorm van rectaal, dus via de anus,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

mineralen

A

een mineraal is een in de natuur voorkomend element of anorganische verbinding met een omschreven chemische samenstelling en karakteristieke kristalstructuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voedingssuplement

A

Een voedingssupplement is een voedingsmiddel dat bedoeld is als aanvulling op de normale voeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verantwoordelijk

A

aavaarden afwijzen,dragen, nemen, opeisen of opnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly