3.3 verslikken en verstikken Flashcards

1
Q

verslikken

A

een vloeibare stof of voedsel wat in de luchtpijp terecht komt inplaats van de slokdarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verstikken

A

bij verstikken is de toegangsweg voor lucht afgesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

slikproblemen

A

eten of drinken moeilijk door te slikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

luchtpijp

A

verbinding tussen de keelholte en de longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

heimlich greep

A

methode om blokade van de luchtweg vrij te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

buikstoten

A

methode om blokade van de luchtweg vrij te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

flauwte

A

als je flauwvalt ben je even bewusteloos doordat de hersenen te weinig bloed krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verinderd bewustzijn

A

flauwvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bewusteloosheid

A

buiten bewust zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

stabiele zijligging

A

een methode als je flauw bent gevallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly