1.5 Persoonlijke Verzorging Flashcards

1
Q

Handicap

A

Een belemmering of beperking van lichamelijke, verstandelijke, psychische en/of sociale aard.

Dit kan aangeboren zijn of door ziekte of ongeval veroorzaakt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aandoening

A

Alles wat afwijkt in het gezonde lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Privacy

A

Het afschermen van persoonlijke dingen.

Dit kunnen handelingen, interacties, communicator of informatie zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Schaamte

A

Een emotie/gevoel wat te maken heeft met het afwijken van de eigen normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Intieme zone

A

Bestaat uit slijmvliezen en huid.

Vaak worden hier de genitaliën mee bedoelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Intimiteit

A

De ervaring van verbondenheid tussen mensen.

Deze ervaring kan lichamelijk, emotioneel en/of spiritueel zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Klitten

A

Knopen in het haar doordat het verstrikt raakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voedingsstoffen

A

Stoffen in voeding die belangrijk zijn voor de groei en voortplanting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Afhankelijk zijn

A

Hulp of zorg nodig hebben van iemand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kunstgebit

A

Een prothese die de eigen tanden en kiezen vervangt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Incontinent

A

Een aandoening waarbij de urine en de ontlasting niet kan worden opgehouden. Dit leidt tot ongewild verlies van urine/ontlasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Postoel

A

Een medisch hulpmiddel voor mensen die niet meer naar een normaal toilet kunnen.

Bijvoorbeeld te vermoeiend om ‘s nachts naar het toilet te gaan zonder hulp. Dan kan je op de postoel naast bed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Urinaal

A

Een plasfles, vaak een plastic fles waar urine in opgevangen kan worden.

Meestal voor mannen, maar er zijn ook vrouwen varianten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ondersteek

A

Een pan die gebruikt kan worden voor het toiletgebruik in bed. Wanneer iemand niet uit bed kan of mag komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Toiletverhoger

A

Een verhoger voor op de wc waardoor er makkelijker kan worden opgestaan van de wc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zindelijkheid

A

In staat zijn om urine en ontlasting op te houden

17
Q

Levensbehoefte

A

Wat nodig is om te kunnen overleven (zuurstof, voedsel, water etc)