4. expressions - son opinion Flashcards
1
Q
Ik denk dat
A
Je pense que
2
Q
Ik geloof dat
A
Je crois que
3
Q
Ik vind dat
A
Je trouve que
4
Q
volgens mij
A
à mon avis
5
Q
volgens mij
A
selon moi
6
Q
volgens mij
A
d’après moi
7
Q
Je hebt gelijk
A
Tu as raison
8
Q
Je hebt ongelijk
A
Tu as tort
9
Q
Ik ben akkoord
A
Je suis d’accord
10
Q
Ik ben niet akkoord
A
Je ne suis pas d’accord
11
Q
Het hangt er vanaf
A
ça dépend
12
Q
Het is een goed idee
A
C’est une bonne idée
13
Q
A
14
Q
Het is waar / Het is niet waar
A
C’est vrai / C’est faux
15
Q
Het is mijn ding niet
A
Ce n’est pas mon truc