4. expressions - se présenter Flashcards
1
Q
Ik heet Thibaut
A
Je m’appelle Thibaut
2
Q
Ik ben Lucie
A
Je suis Lucie
3
Q
Ik ben 15 jaar
A
J’ai 15 ans
4
Q
Ik woon in Wijnegem
A
J’habite à Wijnegem
5
Q
Noem mij maar Mo
A
Appelle-moi Mo
6
Q
Ik kom uit België
A
Je viens de Belgique
7
Q
Ik heb een broer en twee zussen
A
J’ai un frère et deux soeurs
8
Q
Ik ben enig kind
A
Je suis enfant uniqueu
9
Q
Thuis zijn we met vijf
A
A la maison, nous sommes cinq