4. De overheid Flashcards

1
Q

Conjunctuur

A

De op- en neergaande beweging van de economie binnen een periode van vijf tot tien jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Allocatiefunctie

A

Is de wijze waarop de overheid invloed uitoefent op de omvang en de samenstelling van de productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rivaliteit

A

Een goed is rivaal wanneer de consumptie van de ene consument de consumptie van de andere consumenten verminderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Exclusiviteit

A

Een goed is exclusief wanneer een consument kan worden uitgesloten van de consumptie ervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Externe effecten/ Externaliteiten

A

Kosten of opbrengsten als gevolg van een markttransactie die ten laste vallen of ten goede komen van een derde partij die niet rechtstreeks bij de transactie betrokken is en ook niets ontvangst of betaald wordt ter compensatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pigouviaanse heffing

A

Belasting aanrekenen ter compensatie van negatieve externe effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Distributiefunctie

A

Is de wijze waarop de overheid invloed uitoefent op de markt die de welvaart verdeelt door bv. inspanning of omstandigheden en de verdeling die niet noodzakelijk rechtvaardig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stabiliteitsfunctie

A

Is de wijze waarop de overheid invloed uitoefent op de macro-economische indicatoren die variëren in de tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Begroting

A

Overzicht van alle voorziene ontvangsten en uitgaven van een overheid gedurende en bepaald jaar. Met als kenmerken: eenjarigheid, universaliteit, eenheid, specialiteit en openbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly