1. Consumenten Flashcards

1
Q

Eerste wet van Gossen

A

Het marginaal nut van een goed daalt naarmate de consumptie ervan stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Marginaal nut

A

Het extra nut dat er bovenop komt door 1 stuk meer te consumeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Indifferentiecurven

A

Goederencombinatie die de consument eenzelfde nut geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Budgetrechte

A

Alle combinaties van goederen die je juist kan kopen met je budget

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tweede wet van Gossen

A

De consument besteedt zijn inkomen optimaal en koopt goederen aan waarbij de verhouding van het marginaal nut tot de prijs het grootst is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Elasticiteit

A

De verandering in de vraag naar aanleiding van een prijsverandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Prijselasticiteit (vv)

A

Is de verhouding van de procentuele verandering van de gevraagd hoeveelheid (gevolg) en de procentuele verandering van de prijs (oorzaak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kruislingse prijselasticiteit (vv)

A

Is de verhouding van de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid van een goed x (gevolg) en de procentuele verandering van de prijs van goed y (oorzaak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Inkomenselasticiteit (vv)

A

Is de verhouding van de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid van een goed (gevolg) en de procentuele verandering van het inkomen (oorzaak)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De wet van Engel

A

Houdt in dat de uitgaven aan voeding procentueel dalen en de uitgaven aan luxegoederen procentueel stijgen naarmate het besteedbaar inkomen toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Indexcijfer

A

Evolutie van de prijs van een korf goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Getuigen

A

De producenten die de overheid kiest om de CPI te bereken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

CPI

A

Consumer Price Index

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Enkelvoudige indexcijfer

A

Gaat om 1 product waarvan de prijs en periode t vergeleken wordt met de prijs in de basisperiode (2013)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly