2. Producenten Flashcards

1
Q

Primaire sector

A

Landbouw, bosbouw en visserij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Secundaire sector

A

Be- en verwerkende nijverheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tertiaire sector

A

Dienstensector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Quartaire sector

A

Non-profit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Consumptiegoederen

A

Consumptiegoederen en -diensten geven invulling aan de behoeften van de consumenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kapitaalgoederen

A

worden ingezet voor de productie van consumptiegoederen en -diensten en zijn deel van de investeringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Investeringen

A

verhoging van de hoeveelheid reële kapitaalgoederen (machines, aanleggen datanetwerk, bouw nieuwe fabriekshal, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Productiemogelijkheidgrens

A

Maximale productie van combinaties van 2 goederen bij stabiele productiefactoren en technologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Pareto-efficiëntie

A

Je kan van een goed niet meer produceren zonder van een ander goed minder te produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Productiefunctie

A

Het verband tussen hoeveelheid ingezette productiefactoren en output

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Productiviteit

A

Geeft weer hoe sterk het verband is tussen de ingezette input en de output

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Perfecte concurrentie

A

Markt met veel vragers en veel aanbieders waarbij de individu geen invloed heeft op de prijs. De markt is volledig transparant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Break-even

A

Gemiddelde opbrengst is gelijk aan de gemiddelde totale kost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Break-even analyse

A

Hoeveelheid goederen vinden waarbij de producent van verlies naar winst gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Prijselasticiteit (va)

A

Is de gevoeligheid van het aanbod voor prijswijzigingen. De verhouding van de procentuele wijziging aangeboden hoeveelheid en de procentuele wijziging in prijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly