3C1 week 3 HC 3 Gedeelde besluitvorming Flashcards
Waardoor is gedeelde besluitvorming ontstaan?
- Ethiek: respect voor autonomie
- Praktijkvariatie: afhankelijkheid zorgaanbieder
Wie hebben shared decision making geintroduceerd?
- Wennberg in 1970: effective decisions en preference sensitive decisions
- Charles in 1997: uitwisseling informatie en behandelvoorkeuren
Waarom moet je vragen naar behandelvoorkeuren?
- Lopen vaak uiteen
- Verschillen tussen arts en patiënt
- Zijn lastig te voorspelen
Waaruit bestaat shared decision making?
Patiënt, arts en best available evidence
Uit welke stappen bestaat shared decision making?
- Informeren dat beslissing moet worden genomen en dat mening van de patiënt van belang is
- Behandelopties uitleggen en evenwichtig voor-en nadelen benoemen
- Voorkeuren van de patiënt bespreken met ondersteuning door de arts
- Betrokkenheid in besluitvorming bespreken en besluit nemen
Wat zijn voordelen van gedeelde besluitvorming?
- Meer kennis
- Meer patiënttevredenheid
- Betere arts-patiënt verhouding
- Minder herhaalconsulten
- Betere therapietrouw
- Lagere kosten door minder invasieve behandelingen
Wat zijn drempels voor gedeelde besluitvorming?
- Arts: niet onderkennen van voorkeur en moeite met communiceren van bewijs over effecten van behandeling
- Patient: variatie in preferentie voor deelname en minder geletterdheid
- Praktisch: logistiek en financieel
Waaruit blijkt de nu nog beperkte toepassing van gedeelde besluitvorming?
- Patienten zijn vaak niet bewust van keuze
- Patiëntvoorkeuren worden vaak niet nagevraagd
- Ongebalanceerde presentatie van behandelopties (bv 67% bijwerkingen pas noemen na besluit en 43% bagitalissatie)
Wat gaat er vaak fout bij gedeelde besluitvorming?
- Overweldiging met irrelevante informatie
- Aanbevelingen doen voordat doel van patiënt duidelijk is
- Beslissing geheel bij patiënt leggen
Welke typen zorg zijn er?
- Reactief: na probleem, symptoom of complicatie
- Proactief: anticipatie problemen, symptomen of complicaties in toekomst
- Preventief: voor probleem, symptoom of complicatie
Wat is transmurale zorg?
Samenwerking, afstemming en regie tussen generalistische en specialistische zorgverleners
- Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en deelverantwoordelijkheden
Welke patiënten hebben vaak transmurale zorg nodig?
Complexe aandoeningen, multimorbiditeit, chronische aandoeningen of afhankelijkheid
Wat zijn kenmerken van continuïteit van zorg?
- Soepele overgang
- Eenduidige informatie
- Passende zorg op meest passende plaats
Welke veranderingen in de zorg hebben er plaatsgevonden?
- Dubbele vergrijzing
- Superspecialisatie
- Substitutie intramurale zorg door 1e lijns en informele zorg (verduurzaming)
- Veranderende organisatievormen
Waaruit bestaat het contact tussen specialist en huisarts?
- Opnamebericht
- Update (werkhypothese, diagnose, behandeling, opname of uitslagen)
- Tussenrapportage bij lange behandeling
- Ontslagbrief